De stad is (g)een bos
€ 24,90
We weten het allemaal al lang: de klimaatverandering maakt van de steden hitte-eilanden. Tijdens de warmste dagen is het er 3 tot 5 °C warmer dan op het platteland. Het verschil tussen schaduwplekken onder bomen en straten in de volle zon is nog vele malen groter. Bomen geven koelte en zijn de natuurlijke airconditioners. Maar ze slaan ook koolstof op en het is bewezen dat groene omgevingen goed zijn voor het mentale welzijn. En toch! Dagelijks hoor je verhalen over hoe oude bomen gekapt worden omdat ze in de weg staan voor infrastructuurwerken, of omdat overhangende takken de bewoners zorgen baren of de zonnepanelen van de buren te weinig licht krijgen. Bomen aanplanten in de stad mag niet ondoordacht gebeuren. De grondkwaliteit, de open groei plaats, de watertoevoer, het verkeer, het bodemleven … zijn eveneens elementen waar men rekening moet mee houden. Wim Peeters legt haarfijn uit waarom bomen in de stad zo belangrijk zijn, welke elementen belangrijk zijn bij het aanplanten van bomen, hoe men omgaat met veterane bomen in de stedelijke omgeving, en hoe men inspraak van burgers kan verzoenen met boombeheer. Maar ook hoe bomen in jouw en mijn tuin een fundamentele bijdrage leveren aan het ingewikkelde ecosysteem van onze steden.
Wim Peeters is lector Boom- en groenbeheer aan de hogescholen Odisee en Vives.
Gerelateerde boeken
-
Kraanvogels in Nederland
Ruim twintig jaar volgt Herman Feenstra kraanvogels in het Fochteloërveen, het gebied waar het eerste Nederlandse kraanvogelkuiken sinds eeuwen is geboren. Vanaf de eerste ontmoeting is hij gefascineerd door deze unieke vogel en volgt hij alle ontwikkelingen in en buiten het gebied op de voet.
Zo heeft hij de kraanvogelpopulatie zien ontstaan en leert hij elke dag meer over kraanvogels. “Als je hun gedrag kunt lezen en hun behoefte aan veiligheid respecteert, laten ze je toe in hun wereld.”
In dit boek deelt Feenstra zijn kennis. Hij beschrijft, vaak zeer gedetailleerd, wat er in elk broedjaar gebeurt en welke factoren het broedsucces positief of negatief beïnvloeden. Daardoor krijgen we inzicht in wat kraanvogels nodig hebben om zich veilig te vestigen, een nest te bouwen en hun kuikens te laten opgroeien.
De auteur hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de bescherming van deze unieke vogelsoort. Hoewel het aantal kraanvogels in Nederland toeneemt, blijft de ontwikkeling kwetsbaar. Dit boek laat zien wat wij als mensen samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat de kraanvogel zich op zijn gemak voelt en wij van deze unieke soort kunnen genieten.
OVER DE AUTEUR
Herman Feenstra verzamelt al vanaf 1977 waarnemingen van vogels in het Fochteloërveen. Vanaf 1985 doet hij dat als vrijwilliger van Natuurmonumenten en sinds 1998 is hij ook actief als wetlandwacht voor Vogelbescherming Nederland. Het is niet verwonderlijk dat hij vanaf 2000 van zijn grote passie zijn werk maakt. Het eerste jaar nog in dienst van de provincie Noord-Brabant, maar een jaar later al als zzp’er, vanuit Bureau De Kraanvogel.
Die naam is niet toevallig gekozen. Herman ontdekte in 2001 het eerste broedgeval van kraanvogels in Nederland sinds eeuwen. Door broedparen en andere kraanvogels jarenlang en vaak dagelijks te observeren, heeft hij een schat aan kennis opgedaan over het gedrag en hun interactie met de omgeving. Die eigen kennis vult hij aan met inzichten die voortkomen uit de literatuur en uitwisseling met (kraan)vogelliefhebbers in binnen- en buitenland.
Herman is onvermoeibaar in zijn strijd voor bescherming van kraanvogels en andere soorten. Hij
deelt zijn kennis en bezorgdheid in rapporten, tijdens bijeenkomsten met natuurorganisaties en overheden, op de website www.kraanvogels.net en in publicaties zoals deze. -
Natuurgids knoppen en twijgen
Met deze handzame gids kunnen aan de hand van knoppen en twijgen meer dan 150 soorten bomen en struiken herkend worden, wanneer deze geen bladeren of bloemen hebben. Een eenvoudige tabel met veel foto’s maakt het makkelijk de soorten op naam te brengen. Daarnaast beschrijft de auteur alle bomen en struiken uitvoerig; deze soortbeschrijvingen bevatten vier tot acht foto’s van de knoppen en twijgen voor een trefzekere determinatie. De boomportretten geven extra informatie over verspreiding en biotoop.
Jean-Denis Godet studeerde biologie en was jarenlang biologieleraar. Hij schreef verschillende boeken over planten. Vooral dankzij zijn bijzondere plantenfotografie staat hij in hoog aanzien.
-
-