De ijdelheid van de kanunnik
€ 29,90
Joris van der Paele is misschien wel de beroemdste kanunnik uit de (kunst)geschiedenis. In 1436 vereeuwigde Jan van Eyck hem op een meesterlijk schilderij. Hij leverde een staalkaart af van zijn genie.
Joris van der Paele was niet zo devoot als Jan van Eyck ons wil doen geloven. Als jongeman verliet hij zijn geboortestad Brugge om in dienst te treden van de paus. Niet uit roeping, wel uit ongebreidelde ambitie en honger naar succes. Hij was er ooggetuige van een van de grootste crisissen van de Kerk: het Westers Schisma, waarbij twee en later drie pausen streden om de Heilige Stoel.
Hij keerde schatrijk terug, eerst naar Utrecht en later naar Brugge, om er te rentenieren. Daar besloot hij zijn geld te besteden aan een schilderij en aan zielenmissen om hem tot in de eeuwigheid voort te laten leven.
Historicus Hendrik Callewier reconstrueerde de biografie van een kanunnik en een schilderij tegen de achtergrond van de laatmiddeleeuwse Nederlanden en de rest van Europa.
Hendrik Callewier (1981) is doctor in de Geschiedenis, staat aan het hoofd van de rijksarchieven in Brugge en Kortrijk en doceert aan de KU Leuven Kulak.
Gerelateerde boeken
-
Verzameldrift
Nanne Ottema was als bestuurder, conservator, notaris, publicist en spreker actief in het Friese culturele leven. Hij stelde een wereldberoemde keramiekcollectie samen die in 1917 resulteerde in het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Het vermogen dat hij vergaarde, leidde tot de Ottema-Kingma Stichting, de grootste mecenas voor de kunst- en cultuurhistorie in Friesland. Zijn roem is zo langzamerhand verzonken in zijn onmetelijke verzamelingen, maar in zijn tijd was hij een vermaard, berucht en dominant persoon. In deze biografie wordt duidelijk hoe briljant Ottema was en hoe tegelijkertijd zijn leven intens dramatisch verliep. Nooit eerder werd beschreven wat de verborgen drijfveren waren van deze in zijn tijd alom bekende figuur.
Antoon Ott (1972), kunsthistoricus en jurist, is werkzaam als adviseur op het gebied van kunst, cultuur en recht.
-
-
De vogel en de componist
Beethoven en zijn vriend Schindler stopten tijdens een wandeling bij een kabbelend beekje en Beethoven zei: ‘Hoor je de zang van de merel en de koekoek? … Hier heb ik twintig jaar geleden mijn Pastorale ontworpen. De vogels speelden en zongen in de takken. Ze hebben samen met mij gecomponeerd.’ Componisten uit alle eeuwen en streken lieten zich door
vogelzang inspireren. Sommigen waren echte vogelaars of natuurliefhebbers, anderen hoorden dan weer een puttertje of een zanglijster in een volière zingen. Ze observeerden, luisterden en lieten daarna het gefluit van de vogels in de muziek weerklinken. De vogel en de componist introduceert de lezer eerst in de vogelzang: Waarom zingt een vogel? Waar kan je de vogel het best waarnemen? 40 verschillende vogels klinken in 160 composities van meer dan 60 componisten. Van Händel tot Vivaldi en Prokovjef, van Ravel tot André Rieu en Alban Berg. Elke zang van de vogel en elk muziekstuk waarin de vogel figureert, kan worden afgespeeld via een QR-code.