De Jorwerter Dweilstikken

Douwe de Bildt

 15,00

    Dit boek is niet via onze winkelmand te bestellen. U kunt het bestellen door hieronder uw gegevens in te vullen. Wij nemen contact met u op!

    Dit boek befettet in seleksje fan de humoristyske, ûntroerende en soms sterke ferhalen dy’t mei fjoer ferteld wurde – kear op kear – oan de stamtafel fan it kafee yn Jorwert. It is in earbetoan oan it doarp mei syn kleurrike ynwenners: ambachtslju, boeren, middenstanners, dûmnys en notarissen.

    En it is benammen ek in earbetoan oan de fertelkultuer.

    Douwe Klaas de Bildt (1952, Boalsert) tekene fan 2007 ôf dy kroechferhalen op ûnder de titel ‘Dweilstikken’ foar de Jorwerter doarpskrante De Hiele Toer. Dweilstikken is de bynamme foar Jorwerters.

    Gerelateerde boeken

    • De treastfûgel

      De treastfûgel

      Hylke Speerstra
       15,00
    • nijntje in ut franekers

      midden in un groate tún
      stôn un leuk wit hús
      dêr woanden twee kenyntsys in
      menear en mefrou plús

       7,95
    • Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

      Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

      Een collectieve biografie
      Hein Klompmaker
       28,50

      Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

      Tussen 5.000 en 10.000 jaar geleden vond de Neolithische landbouwrevolutie plaats en werd de jager-verzamelaar meer en meer een boer die van een nomadisch bestaan overging naar een vaste nederzetting. Het zijn ‘vluchtige gestaltes’ waar we weinig van weten.

      Zo’n ‘vluchtige gestalte’ is voor auteur Hein Klompmaker de groep boeren die meer dan 5.000 jaar geleden besloten hunebedden te bouwen. De vraag of je deze groep boeren als het ware ‘tot leven zou kunnen wekken’ heeft hem niet meer losgelaten. Hoe leefden deze mensen en waarin verschilt onze tijd wezenlijk van die van de hunebedbouwers? In dit boek gaat Klompmaker als een moderne detective op zoek naar het leven van de boeren die hunebedden bouwden.

      De ontdekking van het Neolithicum wordt in de huidige tijd vooral beschreven als een ‘grand narratif’, waarbij grote lijnen en lange processen de boventoon voeren. Mede door de dominante plaats van archeologie in dit verhaal zijn het gedrag en de normen en waarden van de hunebedbouwende boeren vrijwel buiten beschouwing gebleven. Juist de cultureel-mentale ontwikkeling van de landbouwtransitie verdient nadere bestudering, onderzoek en belangstelling. Deze collectieve biografie voert niet alleen mensen van vlees en bloed op in het historische verhaal, maar laat ook monumenten, voorwerpen en landschappen als quasi-personages optreden en verbindt deze met het leven van alledag. Dat levert niet alleen een wetenschappelijk verantwoorde visie op, maar toont het Neolithicum in al zijn verscheidenheid en diversiteit als een vergane cultuur van mensen, dieren, monumenten en landschappen. Van mensen die, net als wij, een verleden hadden, keuzes maakten in het hier en nu en nadachten over de toekomst. De multidisciplinaire aanpak die Hein Klompmaker in dit boek hanteert, biedt een verrassend nieuwe kijk op het wereldbeeld van de boeren, die hunebedden bouwden.

      Hein Klompmaker is historicus en publicist. Hij wilde aanvankelijk journalist worden maar besloot later zich te richten op geschiedenis. Na de havo volgde hij een lerarenopleiding en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Klompmaker was van 1988 tot 2018 directeur van het Hunebedcentrum in Borger.

       28,50
    • Eene quaestie van vraag en aanbod

      Eene quaestie van vraag en aanbod

      Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
      Reitze Jonkman
       19,50

      Eene quaestie van vraag en aanbod

      Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

      Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

       19,50