De kwantumheerschappij
€ 27,90
De mensheid treedt een nieuw technologisch tijdperk binnen. Kwantumcomputers gaan ons helpen om onze grootste problemen – klimaatverandering, aanhoudende honger, ongeneeslijke ziekten – op te lossen. De internationaal bekende wetenschapsjournalist Michio Kaku legt in dit boek met aanstekelijk enthousiasme uit hoe kwantumcomputers werken en hoe ze ons leven gaan veranderen. Zijn verwachting is dat we dankzij de nieuwe computers op grote schaal schone, hernieuwbare energie zullen gaan opwekken. Kwantumcomputers gaan ons ook helpen om efficiënt en goedkoop kunstmest te maken en de groeiende wereldbevolking te voeden. De kans is groot dat ze daarnaast de complexe eiwitvouwing weten te ontrafelen. Als dat lukt, zullen veel ziekten die nu ongeneeslijk zijn, behandelbaar worden.
Michio Kaku is hoogleraar natuurkunde aan de City University van New York. Hij is een van de bedenkers van de snaarkwantumveldtheorie en auteur van verschillende veelgeprezen boeken, waaronder Onmogelijke natuurkunde (een New York Times-bestseller) en Reis naar de toekomst.
Gerelateerde boeken
-
In de diepzee is geen licht (maar wel rijkdom)
Over moed, mangaanknollen, pompeiiwormen en een bewoonbare wereld€ 27,50 -
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?