De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608
€ 75,00
Met als stichtingsjaar 1534 is het Old Burger Weeshuis in Leeuwarden een van de oudste burgerweeshuizen in Nederland. Vrijwel vanaf het begin is een administratie bijgehouden van zijn inkomsten en uitgaven in rekenboeken en jaarrekeningen. Zij bevatten een schat aan informatie over aard, kwaliteit en prijs van voedingsmiddelen, kleding en schoeisel, bouwmaterialen en gereedschappen, over het boerenbedrijf, maar ook over verdere uiteenlopende zaken als de werkgelegenheid (ambacht en losse arbeid), huizen en landerijen, lonen, huren, renten en legaten, verkeer en vervoer, de inrichting van de stad, het weer en de relatie tussen Leeuwarden en zijn omgeving. Ze bieden zowel professionele onderzoekers als amateurs ‘elck wat wils’. De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541-1608 geeft als nagenoeg ononderbroken bron een beeld van het dagelijks leven in Leeuwarden en zijn omgeving gedurende het grootste deel van de zestiende eeuw zowel als de beginjaren van de zeventiende eeuw. Geograaf en historicus Meindert Schroor heeft met zijn transcriptie en inleiding op de rekeningen van de destijds als ‘Arme Weeshuys’ aangeduide instelling een van de belangrijkste historische bronnen voor de sociaaleconomische geschiedbeoefening van Friesland toegankelijk gemaakt.
With summary in English/Met Engelse samenvatting.
Gerelateerde boeken
-
Kloostermoppen
In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.
-
-
Landschapsbiografie Drents-Friese grensstreek
Ontdek de fascinerende geschiedenis en adembenemende schoonheid van de Drents-Friese Grensstreek met deze uitgebreide landschapsbiografie. Verken de prachtige natuurreservaten van het Drents-Friese Wold, het Dwingelderveld en het Holtingerveld, en laat je meevoeren door de verhalen die deze landschappen te vertellen hebben.
De Drents-Friese Grensstreek is een gebied doordrenkt van geschiedenis, gevormd door eeuwen van menselijke activiteit en de wisselwerking met de natuur. Deze landschapsbiografie neemt je mee op een reis door de tijd, van de vroege nederzettingen en het ontstaan van de agrarische cultuur tot de moderne natuurbeschermingsinspanningen.
In het Drents-Friese Wold ontdek je een uitgestrekt bosgebied dat zich uitstrekt over de provinciegrenzen heen. Hier ervaar je de serene rust van de natuur, terwijl je wandelt over kronkelende paden en langs schilderachtige vennetjes. Leer over de invloed van de mens op dit gebied, van de ontginningen in de Middeleeuwen tot de huidige inspanningen om de biodiversiteit te behouden.Het Dwingelderveld, een nationaal park en het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa, biedt een spectaculaire weergave van de oeroude Drentse landschappen. Wandel over de uitgestrekte heidevelden, bewonder de zeldzame planten en dieren die hier gedijen en ontdek de sporen van menselijke bewoning die teruggaan tot de prehistorie.
Het Holtingerveld, gelegen aan de zuidelijke rand van het Drents-Friese Wold, verrast met zijn unieke combinatie van bossen, heide en stuifzand. Hier vind je een rijkdom aan archeologische overblijfselen, waaronder hunebedden en grafheuvels, die getuigen van de langdurige menselijke aanwezigheid in dit gebied.
Deze landschapsbiografie neemt je mee op ontdekkingsreis door de Drents-Friese Grensstreek en biedt diepgaande inzichten in de geologische processen, ecologische systemen en historische ontwikkelingen die dit gebied hebben gevormd. Aan de hand van levendige beschrijvingen, prachtige foto’s en boeiende verhalen wordt de rijke geschiedenis van deze regio tot leven gebracht.
De Landschapsbiografie Drents-Friese Grensstreek is een wetenschappelijk verantwoord, toegankelijk geschreven verhaal over de ontstaansgeschiedenis, kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het landschap in deze regio. De biografie is rijk geïllustreerd met landschapsfoto’s, kaarten en landschapsreconstructies die de verschillende levensfasen van deze streek weerspiegelen.
-
Op reis met de Klipfontein
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.