De redenaar en zijn stijl
€ 22,90
Uitgedaagd door zijn vriend Brutus schrijft Cicero in 46 voor Christus een laatste boek over de kunst van het spreken. Nog eenmaal ontwerpt hij een portret van zijn ideale redenaar. Die is vindingrijk, spreekt samenhangend en fraai, en biedt een levendige voordracht. Zo kan hij het publiek raken, overtuigen en in vervoering brengen. Speciale aandacht gaat uit naar stijlmiddelen, zoals klankeffecten. Uniek in dit boek is Cicero’s gedetailleerde analyse van prozaritme: het gebruik van ritmische patronen om zinnen fraai af te ronden.
Cicero schreef de verhandeling als een vervolg op het eerder bij Noordboek verschenen Romeinse redenaars, eveneens ingeleid door Rogier van der Wal en vertaald door Vincent Hunink.
Marcus Tullius Cicero (106 v.Chr – 43 v.Chr.) was een Romeins redenaar, politicus, advocaat en filosoof. Zijn leven speelde zich af tijdens de overgang van de Romeinse Republiek naar het keizerrijk.
Gerelateerde boeken
-
-
Moed en tegenspoed
Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.
-
De fictie van de buitenplaats
In 2022 verblijft Arnon Grunberg op uitnodiging van de Rijksuniversiteit Groningen en Het Drentse Landschap een week op Landgoed Overcingel in Drenthe. Vlak voor dit stadspaleis zal worden omgebouwd tot woning en B&B mag Grunberg nog even de geuren van het verleden opsnuiven, samen met de laatste bewoner van Overcingel, kat Marcus.
Omgang met het aristocratische verleden is omgang met klassenverschillen, met onvermijdelijke mythologisering, met morele vraagstukken; vanuit het heden lijkt het verleden al snel één grote wandaad.
Dat menige buitenplaats tegenwoordig een luxehotel is, borduurt voort op de traditie dat de buitenplaats een ideaal decor is voor escapisme. En escapisme mag wat kosten, hoe rijker de mens hoe uitbundiger het escapisme. Na de uitspatting de weemoed.
Moet je schuldig en minder schuldig verleden levend houden en zo ja, hoe?
In deze bundel reflecteren Grunberg en anderen over een tijd dat de Voorzienigheid nog de scepter zwaaide over de mensen. Zoals de worm gedoemd is om te kruipen en de vogel om te vliegen, zo leken ooit ongelijkheid en onrechtvaardigheid de vanzelfsprekende doem van de mensheid.