De renga-meester
€ 29,90
De haiku’s van de Japanse dichter Matsuo Bashō (1644-1694) zijn wereldberoemd. Veel minder bekend is dat ze oorspronkelijk meestal onderdeel waren van zogenoemde renga, oftewel kettingverzen. Een renga werd al improviserend samengesteld door een groep van vaak jonge dichters, die onder leiding stond van een renga meester die zelf ook meedichtte. In één sessie maakten de meester en zijn leerlingen 36 coupletten van afwisselend drie en twee regels.
Dit boek bevat de eerste integrale vertaling van de zeventien renga die onder leiding van Bashō tot stand zijn gekomen en zijn overgeleverd; hij heeft er ongetwijfeld meer gemaakt. We zien de meester aan het werk met zijn leerlingen, lezen zijn eigen haiku in de context waarvoor ze bedoeld zijn, en maken kennis met de Japanse cultuur van het groepsdichten. Elk couplet treffen we eerst in het Japans, vervolgens in een woordelijke weergave met toelichting, en daarna in een fraaie vertaling van de hand van Wim Boot en Henk Akkermans.
Wim Boot is emeritus-hoogleraar Taal en Cultuur van Japan (Universiteit Leiden). Henk Akkermans heeft onder andere Japans gestudeerd in Leiden en is thans hoogleraar aan Tilburg University. Eerder publiceerden zij Een regenjasje voor het aapje, een integrale vertaling van Bashō’s Sarumino.
Gerelateerde boeken
-
-
Fokje Pasma (1865-1956)
De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.
-
Beafeart
In Fryske sjoernalist ûndernimt in beafeart nei Saint-Martin. Yn de oarlochsjierren hat er, as finzene fan de Dútskers, yn it konsintraasjekamp fan Troyes sitten. Mei help fan de Maquis, de Frânske ûndergrûnske, koe er flechtsje. Heal as ûnderdûker, heal as partisaan hat er de lêste moannen foar de befrijing tahâlden op it lytse boerespultsje Ferme la Vacherie op it Frânske plattelân.
Dêr hat er kunde krigen oan Krysta, de jongfaam dêr’t er mear fan hâlden hat as fan de Fryske frou dêr’t er letter mei troud is. Mar it is net allinne om Krysta – yntusken ek al lang troud – nochris wer te moetsjen dat er krapoan tweintich jier letter syn beafeart oangiet. It is foaral ek om ferantwurding ôf te lizzen oer neambere en ûnneambere skuld dêr’t er sûnt dy tiid altyd mei ompakt hat.
Beafeart nei Saint-Martin is in werútjefte fan de tredde Fryske roman fan Rink van der Velde (1932-2001).
-
Sprookjes uit de Friese Wouden
Dam Jaarsma van Oostermeer/Eastermar (1914-1991) was een hartstochtelijk verzamelaar van volksverhalen. Hij noteerde in veertig jaar meer dan zestienduizend verhalen die mensen uit de wijde omtrek van zijn woonplaats aan hem vertelden. Dit boek biedt een brede en representatieve selectie uit de door hem verzamelde verhalen: diersprookjes, wondersprookjes, legende- en novellesprookjes, dommeduivelverhaaltjes en grappige verhaaltjes.
Sprookjes uit de Friese Wouden is een vertaling van het boek Mearkes út ‘e Wâlden, dat in 2014 verscheen in het kader van ‘100 jaar Dam Jaarsma’. Het boek is bedoeld voor jong en oud. Het is geen wetenschappelijk uitgave (al wordt de tekst aan het eind wel verantwoord voor specialisten en geïnteresseerden) maar een prachtig lees- en voorleesboek, dat bovendien een postume hommage is aan Dam Jaarsma.