De sprinkhaan
€ 27,90
In deze literair-filosofische klassieker uit 1979 verdedigt een sprinkhaan de gedachte dat het in het leven draait om spel. Hij voert er een dialoog over met zijn leerlingen. De sprinkhaan, die aan Socrates doet denken, definieert spel als de vrijwillige poging om niet-noodzakelijke hindernissen te overwinnen. En dat is wat de mens, nadat hij in zijn behoeften heeft voorzien, het liefst doet. In de utopische wereld, zoals de Canadese filosoof Bernard Suits hem schetst, wordt elk mens daarom een homo ludens, een mens die al spelend het leven waardevol maakt.
Een fabelachtige tekst, literair en filosofisch-analytisch, diepzinnig en verhelderend. Fraai vertaald door Cyril Lansink en voorzien van prachtige tekeningen van Frank Newfeld.
Bernard Herbert Suits (1925-2007) was hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Waterloo (Canada). Daarnaast was hij gastprofessor aan de universiteiten van Lethbridge en Bristol. Tevens was hij voorzitter van de International Association for the Philosophy of Sport. Als filosoof hield hij zich vooral bezig met de vraag wat een spel in essentie is. Daarbij vocht hij de stelling van Ludwig Wittgenstein aan dat er geen goede definitie van spel mogelijk zou zijn. Dit boek is de speelse en invloedrijke weerlegging van Wittgensteins stelling.
Gerelateerde boeken
-
Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang
Wie overweegt vrouwen rechten toe te kennen, kan ze net zo goed gelijk aan dieren geven, grapt Thomas Taylor vol sarcasme in 1792. Precies een eeuw later beseft de Britse emancipatiestrijder Henry Salt, dat Taylor (onbedoeld) een punt heeft: waarom zouden dieren niet eenzelfde rechtsbescherming verdienen als ieder ander wezen met belangen? Op volstrekt originele wijze werkt hij dit idee uit in dit nog altijd actuele en bijzonder goed leesbare essay.
Henry Stephens Salt (1851-1939) was een politiek geëngageerde Britse auteur. Hij pleitte voor hervorming van het onderwijs, van het gevangeniswezen, van economische instituties en van de dierhouderij. Hij was bevriend met Gandhi en Tolstoj en oefende ook op latere schrijvers (waaronder Peter Singer) veel invloed uit.Vertaling en inleiding: Jabik Veenbaas.
~
‘De eerste titel in de nieuwe “Dierenrechtenbibliotheek” werd geschreven in 1892 en is om meerdere redenen
een interessante keuze. Het is een erudiet essay, leuk geschreven. (…) Het werkt heel verfrissend om de eerste uitgesproken en weloverwogen gedachten op dit gebied tot je te laten doordringen. Salt daagt uit tot vergelijking en verduidelijking en tot bezinning op wat “vooruitgang” betekent – voor dier en mens.’ – E. Evertsen voor NDB Biblion~
‘Een meesterwerk; het blijft een van de meest lucide en overtuigende van alle boeken geschreven ter verdediging van dieren.’ -Keith Thomas, New York Review of Books
~
‘Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang blijft relevant omdat het veel meer is dan een incidenteel pleidooi. Het boek is bijna honderddertig jaar oud, maar het is nog volstrekt niet verouderd. Wie het leest, begrijpt dat het iets wezenlijks toevoegt aan het denken over de morele verhouding tussen mens en dier: een voortreffelijk beargumenteerde filosofische grondslag.’ -Jabik Veenbaas in de inleiding
~
‘Dit boek vormt niet voor niets het begin van de dierenrechtenbibliotheek van Uitgeverij Noordboek. Het is het eerste boek dat het idee van dierenrechten consequent probeert te doordenken. Salt laat zien dat dieren niet tot hun recht komen als ze alleen ‘de nodige zorg’ krijgen. Hun belangen moeten op een faire wijze, volgens het gelijkheidsbeginsel, worden meegewogen in de democratie. Zolang onze democratie weigert om dit te doen, is ze gemankeerd.’
-Erno Eskens, dierfilosoof en uitgever bij Noordboek -
-
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen