De stem van mijn vader

Het wonderlijke leven van Philip Bloemendal
Rob de Lange, Robert Bloemendal

 22,50

Philip Bloemendal, een naam die velen misschien niet kennen, maar zijn stemgeluid wel. Gedurende een groot deel van de twintigste eeuw, in de bewogen periode na 1945, was hij bij de meeste mensen bekend als ‘de stem van het Polygoonjournaal’ en vele andere producties die hij opluisterde met zijn nog altijd onovertroffen stemgeluid.

Philips stem was altijd wel ergens op de achtergrond aanwezig: in het Polygoonjournaal in de Cineac, bij serieuze reportages via andere media of bij grappige reclamefilmpjes. Vooral voor de generaties die dat hebben meegemaakt, is het de stem van ‘herrijzend Nederland’, van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, de groeiende industrie, van de hoogconjunctuur en de toenemende welvaart, van de bevolkingsgroei, van het toenemende autobezit … De stem die commentaar gaf als Hare Majesteit de Koningin weer een brug of een weg had geopend, de Deltawerken in gebruik stelde of de afdeling van een ziekenhuis met de nieuwste technologie opende, de stem die soms guitig commentaar bij de Huishoudbeurs of voetbalwedstrijden gaf.

Zoon Robert Bloemendal en schrijver Rob de Lange hebben het roerige leven en de carrière van Philip nu opgetekend. Tussen 1982 en 1988 nam Robert al wandelend met zijn vader diens verhaal op. Dat leverde 16 uren aan geluidsmateriaal op. Dit boek is daar de neerslag van. Er wordt een beeld geschetst van de turbulente tijd waarin Philip opgroeide en volwassen werd, van een markant man, zijn bewogen leven en de manier waarop hij, ondanks verschrikkelijke tegenslagen, zichzelf en zijn rol in het openbare leven uitvond.

Op meerdere plaatsen in de tekst zijn QR-codes afgedrukt. Deze codes zijn via het internet gelinkt aan beelden en geluidsopnames in het archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Noordboek - Van Gorcum
Aantal pagina's:
160
Druk:
1
Uitgiftedatum:
30-09-2022
Gewicht:
340 gram
Afmeting:
239x167x11 mm
ISBN:
9789023259220
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld

    Vijftig jaar Friese uitgevers 1920 - 1970
    Louw Dijkstra
     49,95

    Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.

    De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.

    Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.

    Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.

    Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.

     49,95
  • Spitten voor de vijand

    Spitten voor de vijand

    Het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe
    Erik Dijkstra
     21,95

    Spitten voor de vijand

    Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.

    Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.

    Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.

    Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.

     21,95
  • Fryslân yn de Gouden Iuw

    Fryslân yn de Gouden Iuw

    Opfettingen, ideeën, ferbylding
    Philippus Breuker
     49,90

    Fryslân yn de Gouden Iuw

    Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
    Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
    De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.

    Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.

     49,90
  • Ludo ten Cate

    Ludo ten Cate

    Genealoog tot de dood
    Annette Evertzen
     23,50

    Ludo ten Cate

    Ludo ten Cate, genealoog tot de dood werpt een scherp licht op het leven van de genealoog Ludo ten Cate. Als hoofd van de Centrale Dienst voor Sibbekunde tijdens de Tweede Wereldoorlog was Ten Cate de autoriteit op het gebied van afstammingsonderzoek. Bovendien was hij een fanatieke SS’er die zijn expertise met betrekking tot stambomen gebruikte om de raszuiverheid van NSB’ers en SS’ers na te gaan en om Joodse mensen die probeerden hun Joods-zijn te ontkennen, op onjuistheden te betrappen.

    Ten Cate’s vakkundigheid en expertise werden een wapen in de handen van de vijand; door Ten Cate’s onderzoeken hebben vele Joden niet aan deportatie kunnen ontsnappen. Met zijn maandblad Sibbe en met radiopraatjes probeerde Ten Cate mensen warm te krijgen voor genealogisch onderzoek en voor het belang van raszuiverheid. Voor de NSB schreef hij ook in hun tijdschriften en hij kwam met een handleiding voor afstammingsonderzoek.

    In Ludo ten Cate, genealoog tot de dood onthult Annette Evertzen het complexe karakter van Ludo ten Cate en onderzoekt zij de vraag hoe deze man tot zijn keuzes is gekomen. In hoeverre heeft zijn eigen afstamming daar een rol in gespeeld? En hoe kon hij na de oorlog weer doorgaan met stamboomonderzoek en daar zelfs over publiceren?

    Annette Evertzen raadpleegde archieven met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, maar vond ook in plaatselijke archieven eigen exemplaren van zijn boeken, met aantekeningen, knipsels en brieven.

     23,50