De toekomst is er al
€ 17,90
Hoe gaat het met Fryslân? Is er wel of geen krimp, bestaat die Friese paradox eigenlijk wel en is de mienskip opener aan het worden? Hoe treden de Friezen de toekomst tegemoet en durven zij keuzes te maken voor een houdbare toekomst?
Als directeur van het Fries Sociaal Planbureau (FSP) geeft Ingrid van de Vegte diep inzicht in de sociaal economische ontwikkelingen in Fryslân. Met de scherpe blik van een buitenstaander (maar inmiddels bijzonder verknocht aan Fryslân) beschouwt Ingrid van de Vegte de grote veranderingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. ‘De toekomst is er al’, stelt Van de Vegte ‘en we kunnen die maar beter zelf vormgeven. Daarvoor zijn kansen genoeg.’
Gerelateerde boeken
-
-
Terpen- en Wierdenland
De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r -
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw