De wandelavonturen van Maarten en Nicolien
€ 27,90
Tot zo’n vijfendertig jaar geleden wandelden Maarten en Nicolien, als alterego’s van de auteur en zijn vrouw louter in het oeuvre van J.J. Voskuil. De vraag ‘Had je nog willen wandelen’ vormde geregeld de inleiding tot een wandelbelevenis in de stad of een vlucht naar buiten.
In Aan de wandel (2022) ging Wim Huijser een hachelijk avontuur aan door beide literaire helden voort te laten leven. Terloops kibbelend en mijmerend zochten ze vooral hun eigen weg in een nieuwe tijd. Een jaar later pakten zij een groter wandelavontuur aan.
In Op Pieterpad (2023) beleefden Maarten en Nicolien vanuit Pieterburen een tocht die geplaveid is met gevoelige pijnpunten, verrassende ontmoetingen en diepe overpeinzingen. In De wandelavonturen van Maarten en Nicolien komen deze bijna tweehonderd verhalen samen, met als toegift ‘De troostwandeling’.
Wim Huijser (1960) is schrijver-publicist op het snijvlak van geschiedenis, literatuur en landschap. Hij schrijft veel over wandelen en natuur. Bij Noord boek verschenen ook Pelgrimeren in de polder (2021), IJle populieren (2022), Het Genootschap (2023), Werkwandelaars (2024) en – samen met Jeroen Bosch – Eeuwig landschap (2024).
Gerelateerde boeken
-
De blui van ‘t leeven is maor zo kört van tied
De Drentse schrijver, dichter en taalonderzoeker Jan Naarding (1903-1963) heeft veel bijgedragen aan de Drentse taal. Zijn streven was de Drentse taal, en dus ook het Nedersaksisch, levend te houden. Hij maakte snel carrière; begon als onderwijzer en leraar en na zijn promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen in 1947 werd hij wetenschappelijk medewerker aan deze universiteit. Zijn hoofdwerk, het samenstellen van een Drens woordenboek, heeft hij door zijn vroegtijdig overlijden niet kunnen afronden. Naarding groeide uit tot een belangrijke cultuurdrager die de Drentse taal, geschiedenis en volkskunde nationaal en internationaal op de kaart zette. Zijn naam en invloed waren na 1945 niet weg te denken uit het literaire leven van Drenthe. Hij was alomtegenwoordig in boeken, openbare optredens, organisaties, symposia en commissies.
Toen in december 1987, als eerbetoon aan deze voorvechter van de Drentse taal, voor het project voor streektaal en culturele educatie de naam Jan Naardinginstituut werd gekozen, kwam er protest vanwege Naardings houding tijdens de oorlog. Ook werden er bressen geslagen in zijn wetenschappelijke verdiensten. Verder onderzoek bracht naar voren dat Naarding niet ‘fout’ was geweest, maar wel een vergaande vorm van Drenthomanie had gemanifesteerd. Zo werd hij uiteindelijk Drenthes omstreden heilige.
Literatuurhistoricus dr. Henk Nijkeuter (1956) deed onderzoek naar leven werk van Jan Naarding. Het eerste deel van deze studie is een biografie waarin Naarding midden in zijn tijd geplaatst wordt, in de samenleving en in de beweging waarvan hij deel uit maakte. Nijkeuter beschrijft de wordingsgang van Naarding, schetst de ware drijfveren van Naardings publicatiedrift en licht de achtergronden van de vergruising van deze taalemancipator toe. Uniek in dit boek is ook dat in het tweede deel voor het eerst alle in tijdschriften en boeken gepubliceerde gedichten van Naarding bijeengebracht zijn. Daartoe behoort ook een Drentse vertaling van het Middelnederlandse Reinaert-verhaal. Nijkeuter analyseert en verklaart in dit boek Naardings poëzie; hij vertaalde bovendien diens gedichten in de standaardtaal, zodat ook het archaïsche Drents van Naarding nu voor een breed toegankelijk is.
-
-
Harm van der Meer fertelt
It libben fan dirigint, muzykmaster en minskeman Harm van der Meer (Bantegea, 1940) spile him ôf tusken de skoallen, koaren en orkesten, tusken jonge en âlde minsken, yn doarp en stêd, en yn it iepen fjild. De minsken en de muzyk joegen him genôch stof om in tal ûnferjitlike ferhalen en anekdoates op te skriuwen, dy’t yn dizze bondel sammele binne.
Yn de wurden fan Hylke Speerstra: ‘Optredens mei Harm van der Meer as ynspirator op de bok hiene faak bysûndere mominten. Der kamen mominten dat de wurdearring it applaus foarby gie. Dan foel der yn in grutte katedraal allinne mar in stilte, kearde Harm him nei de tahearders, seach harren yn de wiete eagen en sei er: “Jim hawwe it begrepen.” Syn rispinge kin ryk neamd wurde. Gelokkich hat er dêr, yn beskiedenheid mar mei gefoel foar anekdotyk, in kostber dokumint oer skreaun. Dêryn blykt er ek noch in master-ferteller te wêzen.’
De sfearfolle swart-wytfoto’s fan Henny van den Berg meitsje it ferhaal kompleet: in portret fan in markante man mei in kleurryk libben.