Dwars door de Donaudelta
€ 19,90
In dit meeslepende reisboek fietst de auteur van Boedapest tot aan de Zwarte Zee, in Roemenië. Wat begint als een sportieve uitdaging, groeit uit tot een ontdekkingstocht vol ontmoetingen met gastvrije dorpsbewoners en adembenemende landschappen. Hij ontmoet ook door het leven getekende mensen en ziet door oorlogen gehavende gebouwen én prachtige monumenten. Als Fossen bij de Donaudelta arriveert is hij verrast door uitgestrekte natuur, waar de oorlog in Oekraïne niet ver weg is. Hij reist verder per de boot, vaart door schitterende kreken, geniet van de enorme hoeveelheid vogels, de bijzondere grenstaferelen en probeert de Roemeense zwerfhonden angstvallig te vermijden.
Een boek over fietsen door Hongarije, Kroatië, Servië, Bulgarije en Roemenië, afzien en vol historische verhalen met een voorwoord van Olaf Tempelman.
Jan Fossen (1963) is gezondheidswetenschapper. Hij is daarnaast fanatiek fietser met een liefde voor lange tochten. Eerder trapte hij naar Santiago de Compostella en volgde hij de stroom van de Rijn, de Elbe en de Po. Fietsen is voor hem meer dan verplaatsen: het is een verslaving aan het ritme, een spel met de elementen en het zintuiglijk ervaren van de wereld.
Gerelateerde boeken
-
Joods leven in Friesland
Friesland kent al sinds de zeventiende eeuw een joodse gemeenschap. Net als overal hebben de joden in Friesland een eigen identiteit behouden. Desalniettemin ondergingen ook zij de invloed van hun omgeving. Buitenlandse joden die hier op bezoek kwamen verbaasden zich bijvoorbeeld over de Friese klederdracht (met oorijzer) die ook door joodse vrouwen werd gedragen.
In de Tweede Wereldoorlog wist slechts een minderheid van de joden aan de deportaties te ontkomen. In 1941 bestond de joodse bevolking van Friesland uit ruim 800 personen. Van hen hebben ruim 200 de oorlog overleefd.
In Joods leven in Friesland schetsen de auteurs een beeld van deze grotendeels verdwenen cultuur. Ze doen dat niet alleen aan de hand van een historisch overzicht, maar ook van een aantal portretten van bekende Friese joden en joodse bedrijven.
Verrassend nieuw materiaal is gevonden in de verhalen van joodse onderduikers in Friesland, afkomstig uit de interviews die tussen 1995 en 1998 zijn vastgelegd door het USC Shoah Foundation Institute, geïnitieerd door Steven Spielberg.
Verder bevat het boek beschrijvingen van Friese topstukken in joodse musea en archieven en biedt het een informatief en handzaam overzicht van wat er nu nog te vinden is van het joods erfgoed in Friesland. -
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe?
Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven.
In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was….
De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
-
Kazematten op de Afsluitdijk
De geschiedenis van de kazemattenstelling bij Den Oever en op het Kornwerderzand, de Wonsstelling, Breezand en de Duitse en naoorlogse verdedigingswerken.
In mei 1940 was het voor de Nederlanders een grote schok dat de Duitse buren ons land binnenvielen en dat onze krijgsmacht zo snel moest capituleren. Dat onze krijgsmacht ook successen boekte, is minder bekend. Dit boek gaat over een van die successen, namelijk de verdediging van de Afsluitdijk. Een gelukkige combinatie van degelijke verdedigingswerken (de kazematten), een gemotiveerde eenheid met vertrouwen in de commandant en goed leiderschap hield bij de Afsluitdijk de Duitse aanval tegen. John Verbeek heeft de verdedigingswerken die als gevolg van het afsluiten van de Zuiderzee werden gebouwd uitgebreid onderzocht. In dit boek geeft hij inzicht in de voor die tijd moderne bouwwerken en bewapening die de vuurproef glansrijk bleken te doorstaan. Daarnaast geeft hij een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen van de meidagen van 1940 op en rond de Afsluitdijk.
Drs. John Verbeek (1955) studeerde geschiedenis aan de RU Leiden (1981). Zijn expertise ligt vooral op het gebied van vestingwerken, militaire techniek, zeegeschiedenis, koloniale expansie en Indonesische land- en volkenkunde. Hij is actief in het museumwezen en geeft historische adviezen ten behoeve van films en documentaires.
-
Lege plekken
Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.
In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.