Eigenheid
€ 24,90
Hoe ontstaan regionale culturen? Zijn ze de moeite waard om te behouden? Op zoek naar antwoorden op deze vragen, neemt de Friese politicus Sietske Poepjes ons mee op een persoonlijke en historisch getinte rondreis die begint in Sneek en die – via Joods Antwerpen, The Middle of Nowhere, Groningen en Boedapest – daar ook weer eindigt.
De Friese cultuur blijkt overeenkomsten te hebben met die van andere regionale minderheidsgroepen. Dat komt door een gedeelde achtergrond van onderdrukking en agressie. Toch heeft ieder volk ook een eigen karakter en een zelfstandige blik op eigenheid. En juist dat maakt ze zo waardevol.
Sietske Poepjes (Harlingen, 1979) is een jurist en CDA-politicus. Ze studeerde Staats- en Bestuursrecht en Rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daarna als beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en als juridisch controller bij de gemeente Lemsterland. Daarna was zij juridisch adviseur bij de Stichting Duurzame Garnalenvisserij en lid van de Provinciale Staten van Fryslân. Sinds 2011 is zij lid van de Gedeputeerde Staten van Fyslân. Ze bekleedde diverse portefeuilles en heeft sinds 2019 de portefeuilles Klimaat, Energie, Cultuur, Onderwijs en taal. Daarnaast was zij tot de zomer van 2023 loco-commissaris van de Koning.
Gerelateerde boeken
-
Bij leven en welzijn
150 jaar Joodse familiegeschiedenis, in gesprekken tussen heden en verleden€ 25,00Bij leven en welzijn
Frank Vermeer neemt de lezer mee naar de wereld van zijn voorouders. Zo voert hij in het Alsterpavillon en op de Joodse begraafplaats Ohlsdorf in Hamburg gesprekken met zijn overgrootvader Abraham Salomon Levy. In zijn eigen tuin in Winsum spreekt hij met zijn overgrootmoeder Rosalie Vos-Boasson. Oudoom Louis Levy overwint zijn schroom en verhaalt over zijn ontwikkeling als homoseksuele man.
Zij vertellen over hun levens in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw in de Joodse gemeenschappen in Hamburg, Middelburg en Assen. Levens, gekenmerkt door welzijn, hoop, assimilatie en emancipatie. Nu en dan steekt fel antisemitisme de kop op.
Als Hitler aan de macht komt zijn de jaren van ‘leven en welzijn’ ten einde. Grootvader Isidor Vos, grossier in Assen en jarenlang politiek actief, vertelt over de dreigende jaren dertig en de smartelijke oorlogsjaren die eindigen in Sobibor.Jan Vermeer en Rosalie Vos, de ouders van de auteur, vormen een ‘privilegierte Mischehe’: een ‘bevoorrecht gemengd huwelijk’ waarvan de Joodse partner niet gedeporteerd zou worden. De kans op lijfsbehoud is nog groter als het echtpaar een kind heeft. In 1943 wordt hun dochter geboren, die echter kort daarop al overlijdt. Wat nu? De dramatische gebeurtenissen volgen elkaar snel op.
Na de oorlog breekt een nieuwe tijd aan van leven en welzijn. Maar ook ontbrandt ‘De strijd om het Joodsche kind’.
Na rechtsherstel komt de familie weer in het bezit van het geconfisqueerde huis van grootvader Isidor Vos. De auteur vertelt over zijn recente ontmoeting met de kinderen van de ‘foute’ Nederlandse vrouw die in de oorlog dat huis van de Duitsers kocht.‘Bij leven en welzijn’ is een indrukwekkende en met vlagen lichtvoetige familiegeschiedenis. Het is een gewaagd mengsel van authentieke stukken en nauwkeurige historische reconstructie, aangevuld met literaire fictie, alles geplaatst tegen de achtergrond van het begrip menselijke waardigheid. Doordat hij de historische feiten verweeft met fictieve gesprekken met zijn voorouders, brengt Frank Vermeer de Joodse geschiedenis van zijn familie weer tot leven.
Frank Vermeer (1949) was advocaat in Groningen en docent bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar promoveerde hij in 2010 op een bestuursrechtelijke onderwerp. Van jongs af aan heeft hij zich betrokken gevoeld bij de (oorlogs)geschiedenis van zijn Joodse familie. Van 2016 tot 2023 was hij voorzitter van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen en sinds 2016 is hij voorzitter van de stichting Behoud Synagoge Winsum.
-
Joden van Leeuwarden
“Hartog Beem heeft de geschiedenis van de Joodse gemeenten buiten de Randstad op de kaart gezet. Daarvan is dit boek over Leeuwarden een onovertroffen hoogtepunt.” – Rabbijn Edward van Voolen
In 1974 verscheen de eerste editie van ‘Joden van Leeuwarden – Geschiedenis van een Joods Cultuurcentrum’. Als kenner van de joodse bronnen en jarenlang bestuurslid van de gemeente was Hartog Beem (1892 – 1987) als geen ander in staat Joods Leeuwarden van binnenuit te beschrijven, vanaf het prille begin in de zeventiende eeuw tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij was al in 1940 gevraagd maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leidde tot uitstel van de plannen. Architectuurhistoricus J.F. van Agt (1922-2013) voegde een hoofdstuk toe over de Friese synagogen, de meeste inmiddels verdwenen.
Voor deze herziene editie schreef Chaim Caran, genealoog van de Friese Joden, een hoofdstuk met nieuwe gegevens over de oudste en de meer recente geschiedenis van de Joden in de Friese hoofdstad, terwijl Edward van Voolen Hartog Beem aan de huidige lezers voorstelt. Ook is het nu voorzien van een namenindex.
De bewogen geschiedenis van de Joden van Leeuwarden krijgt een bijzonder perspectief door de vele citaten uit de notulen van de gemeente, eerst in het Jiddisch en later in het Nederlands. Het tragische lot van de joden in Leeuwarden en het moeizame naoorlogse herstel beschrijft Beem als ooggetuige met ingehouden emotie.
-
De Nova Scotia staazje
‘Ik hie noch nea sa fier fuort west. Op reis nei Kanada foar trije moannen staazje op in buorkerij yn Nova Scotia. Oaren út myn klasse bleaunen yn Nederlân, of kamen de provinsjegrins net iens oer. Mar ik woe oer de grutte plasse.’
Dit ferhaal beskriuwt de ûnderfiningen fan in jonge dy’t op in Kanadeeske boerepleats telâne komt dêr’t de sfear him benearet. Yn in waarme Kanadeeske simmer besiket er him yn in fijannige sfear steande te hâlden en siket er in útwei. Noch hieltyd dreamt Freark Fritsma oer de doar fan in sel yn in finzenis dy’t mei in klap efter him ticht batste.Dit is de fiifde roman fan Ferdinand de Jong.