Existentialisme is humanisme
€ 17,90
« De mens is ertoe gedoemd vrij te zijn. Gedoemd want hij heeft zichzelf niet geschapen, en toch is hij vrij, want eenmaal in de wereld geworpen is hij verantwoordelijk voor alles wat hij doet. »
Met die woorden kondigde Jean-Paul Sartre in 1945 een nieuwe filosofie aan die de wereld stormenderhand zou veroveren: het existentialisme. Daarin heeft de mens geen doel, geen bestaansreden, geen essentie. Hij moet zijn existentie zelf vormgeven: « Je bent vrij, je moet kiezen », zegt Sartre tegen hem. Maar je kiest niet alleen voor jezelf. Je keuze laat zien welke wereld je eigenlijk wilt. Je vrijheid is daarmee volgens Sartre tegelijk je opdracht: « Een wereld waarin de mens beslist over zijn eigen zijn en over dat van de anderen. »
Driekwart eeuw later is Sartres filosofie nog even actueel. Het kleine en beroemde werk dat tal van mensen de grondgedachten van het existentialisme bijbracht, is nu opnieuw beschikbaar, in een nieuwe vertaling van Ger Groot.
Jean-Paul Sartre (1905–1980) was de bekendste filosoof van het existentialisme. Hij schreef tal van romans, toneelstukken en wijsgerige studies. Dit boek betekende zijn filosofische doorbraak bij het grote publiek en geldt als een filosofische klassieker.
Gerelateerde boeken
-
De romantische leugen en de romaneske waarheid
Hét standaardwerk over de mimetisch begeerte in een herziene vertaling.
‘Je kunt zelf bepalen wie je wilt zijn!’ Nou, nee dus. Het idee van authentieke zelfbepaling is een romantische leugen. De waarheid is namelijk dat we in relaties leven en grotendeels onbewust maar diepgaand beïnvloed worden door de ander (mimesis). Tot in onze begeertes aan toe. We begeren wat de ander begeert.
Alle grote romanciers lijken deze waarheid te hebben onderkend. Cervantes, Stendhal, Flaubert, Proust, Dostojewski, allemaal beschrijven ze driehoeksverhoudingen en de daaruit voortkomende gevoelens van afgunst, jaloezie en impotente haat. Hoe pijnlijker deze gevoelens worden, hoe meer we geneigd zijn ons aan de romantische illusie vast te klampen. Is er ontsnapping mogelijk aan de romaneske leugen? In dit meesterwerk uit de mens- en literatuurwetenschappen houdt de Franse cultuurfilosoof René Girard die optie open. Misschien wel. De grote romanciers wijzen een weg.René Girard (1923-2015) wordt beschouwd als een van de grootste vernieuwers in de hedendaagse menswetenschappen. Als Frans filosoof, historicus en literatuurwetenschapper doceerde hij onder meer aan Stanford University en was hij lid van de prestigieuze Académie française.
-
Bekentenissen en banvloeken
‘Cioran is zwart en cynisch, maar nooit grauw. Zijn stijl is lucide, geestig, scherpzinnig. In zijn werk komt geen saaie zin voor.’ — Jan Siebelink
Na het schrijven van dit even navrante als geestige slotstuk besloot de Roemeense denker Emil Cioran (1911-1995) dat hij ‘het heelal genoeg belasterd had’. Hij schreef niet verder. Bekentenissen en banvloeken is een boek met bijtende aforismen over verveling, erfzonde, orgasme, Stalin, Keats, Heidegger, Bach, de kerkvaders, islamitische mystici, begraafplaatsen en veel meer.
De alomtegenwoordigheid van het lijden, de irrealiteit van het bestaan, de futiliteit van elk handelen en terugkerende slapeloosheid vormen de basso continuo van dit meesterwerk, want: ‘Het is terecht dat men in elk tijdperk gelooft dat men het verdwijnen van de laatste sporen van het aardse Paradijs bijwoont.’Emil Cioran was van Roemeense komaf, studeerde filosofie en schreef vanaf 1949 uitsluitend nog in het Frans. Dagenlang at hij soms niets dan aardappelen; alle arbeid noemde hij ‘hoererij’, al erkende hij ‘graden van prostitutie’. Hij las en schreef, geplaagd door slapeloosheid en depressies. Elk nieuw boek was ‘een uitgestelde zelfmoord’. De slotzin van dit boek typeert Cioran. ‘Ook ik heb mij, net als iedereen, onledig gehouden in dit abnormale universum.’
-
Mens & ruimte
In 1963 publiceerde de Duitse natuurkundige en filosoof Otto Friedrich Bollnow dit standaardwerk over de relatie tussen mens en ruimte. We lezen over de plekken waar we wonen en werken; over schimmige ruimten, de prettige omgeving en angstaanjagende ruimten. Bollnow legt uit hoe we ruimten ervaren en waarom we op sommige plekken aarden en op andere niet. In het bijzonder bij antropologen, pedagogen en architecten behoort dit boek, dat in tal van talen is vertaald, inmiddels tot de verplichte literatuur.
‘Wat valt van Bollnow te leren? Bijvoorbeeld dat normen en waarden niet alleen een kwestie zijn van recht en orde, fatsoensregels en gezin, stadswachten en tourniquets, maar ook van joie de vivre, hoogwaardige stedenbouw en voldoende groen. Tijd om Bollnow aan de vergetelheid te ontrukken.’ – Jos Simons in Trouw
‘Bollnow zoekt in zijn filosofie naar de kenmerken van ‘de gelukkige ruimte’; de ruimte waarin mensen zich kunnen ontplooien. Hij streeft naar ruimtes waarin je je kunt settelen zonder te verstijven, waarin je wortel kunt schieten zonder jezelf te isoleren en waarin je jezelf kunt vertrouwen zonder jezelf op te geven.’ – Frankfurter Allgemeine Zeitung
-
De heilige natuur
Twaalf inheemse en religieuze leiders uit verschillende werelddelen spreken zich in dit boek uit over de heiligheid van de natuur. Hun eeuwenoude wijsheden inspireren ons om anders te gaan denken over onze omgang met alles wat leeft. Aan het woord komen de Groenlandse sjamaan Angakkorsuaq, de Amerikaanse indianenleider Chief Lane Jr., masaileider Mwarabu, de boeddhistische geestelijke Shih, de dichtende islamgeleerde Ur Rehman Chishti, orthodox rabbijn Slifkin, Maya-priester Sac Coyoy, hindoe-prins Jhala, Aztekenleider Sanchez, leider van de Canadese Bear Clan Wawatie, bisschop Smeets van Roermond en theoloog Valerio van Rochester Cathedral.
Oeroude natuurwijsheden uit alle streken!