Exoot
€ 39,90
Het herkennen van een exoot berust op het besef dat er een onderscheid bestaat tussen eigen en vreemd, inheems en uitheems. Dit boek onderzoekt hoe dit besef is ontstaan, specifiek ten aanzien van planten. In de eerste eeuwen van het natuurhistorisch onderzoek werd nauwelijks aandacht besteed aan de herkomst van wilde flora. Dit veranderde drastisch in de achttiende eeuw. Aan de hand van drie sleutelmomenten in de voorgeschiedenis van de invasie-ecologie vertelt botanisch filosoof Norbert Peeters een filosofisch historisch verhaal van de exoot.
Peeters neemt de lezer mee langs beroemde natuurgeleerden als Carolus Linnaeus en Charles Darwin, die het denken over exoten ingrijpend hebben beïnvloed. Ook worden verwilderde exoten in de negentiende eeuw voor het eerst bestempeld als onkruid. Maar wel een bijzonder soort onkruid, evenals alle andere ongewenste planten op de verkeerde plaats. Voor het eerst krijgt de natuur een eigen onkruidklasse: de invasieve exoot. Met de mens als wiedende rentmeester. Gezamenlijk tonen deze momenten de ontwikkeling van het plaatsbegrip binnen de plantengeografie en de vormende werking op de latere invasie-ecologie.
Norbert Peeters studeerde archeologie en filosofie aan de Universiteit Leiden. Hij specialiseerde zich onder leiding van Th.C.W. Oudemans tot botanisch filosoof. Hij publiceerde meerdere boeken en artikelen over dit onderwerp. Momenteel is hij als docent verbonden aan Wageningen University & Research.
Gerelateerde boeken
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan
-
Vloeiend landschap
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.
-
-