Ezelsoren en wolfstanden

De geschiedenis van het boek (800-1500)
Katharina Smeyers

 24,90

Elke dag worden er miljoenen boeken gedrukt en verkocht. In de middeleeuwen was het anders. Boeken waren kostbaar, niet bedoeld om slordig mee om te springen of ezelsoren in te maken.
Een boek maken duurde lang en er kwamen heel wat vaklui aan te pas, zoals de perkamentmaker die dierenhuiden schrijfklaar maakte, de kopiist die geduldig letter voor letter overschreef en de miniaturist die met een fijn penseel illustraties schilderde. En waarom had een miniaturist wolfstanden nodig?
Met de introductie van de boekdrukkunst waren boeken veel sneller klaar. Maar ook hier kwam een heel team in actie: de papiermaker, de lettersnijder, de letterzetter en de drukker. Gedrukt met honderden exemplaren tegelijk werd het boek toegankelijker voor iedereen. In Ezelsoren en wolfstanden ontdekken we wie er allemaal meewerkten aan de productie van een boek, en voor wie ze bestemd waren. Een boeiend kijk- en leesboek met mooie illustraties.

Katharina Smeyers, kunsthistorica en conservator bij Bijzondere Collecties van KU Leuven, en Joris Snaet, doctor in de kunstwetenschappen, illustrator en cartoonist, vertellen de fascinerende geschiedenis van het boek.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
136
Druk:
1
ISBN:
9789464711127
Uitgiftedatum:
28-09-2023
Gewicht:
674 gram
Afmeting:
257x201x19 mm

Gerelateerde boeken

  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een nieuw perspectief
    Michiel Gerding
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe treedt omstreeks 800 de geschiedenis binnen als in een officieel stuk de naam ‘Threant’ (Drenthe) wordt gebruikt. Gedurende de volgende 700 jaar is Drenthe het speelveld van onder andere de bisschop van Utrecht, de kasteelheer van Coevorden, horige boeren en een enkele handelaar.
    Karel V van Habsburg maakt in 1536 Drenthe een onderdeel van de Lage Landen of de Nederlanden en als zodanig raakt het betrokken bij de Opstand tegen Spanje. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die hieruit voortvloeit, telt Drenthe nauwelijks mee.
    Pas rond 1800 wordt Drenthe een provincie. De vervening komt vol op gang en kanalen met allerlei vertakkingen doorsnijden het gewest. Verharde wegen, ‘ijzeren’ spoor- en tramwegen leggen Drenthe op een heel andere manier open. Ontginningen en bosaanplant toveren een ander landschap tevoorschijn.
    Het gaat goed met Drenthe, maar de twintigste eeuw brengt grote veranderingen. Steenkool maakt turf overbodig, twee Wereldoorlogen en verschillende crises sturen de boel grondig in de war. Na 1945 krabbelt Drenthe weer op neemt onder andere het toerisme een hoge vlucht.

    Geschiedenis van Drenthe – Een nieuw perspectief geeft een overzicht van de meeste recente kennis en inzichten over de Drentse historie en is onmisbaar voor inwoners van Drenthe die meer willen weten over de geschiedenis van hun provincie. Daarnaast geeft het iedereen die geïnteresseerd is in de historie van Nederland een bijzonder beeld van de geschiedenis van de mooiste provincie van Nederland. Het boek is op een aantrekkelijke en toegankelijke manier geschreven en rijk geïllustreerd met foto- en kaartmateriaal.

    Dr. Michiel Gerding studeerde geschiedenis in Utrecht en was meer dan 30 jaar provinciaal historicus van Drenthe. Hij is auteur van diverse boeken en werkte mee aan populaire boekenreeksen, tijdschriften en historische projecten in de provincie Drenthe. De eindredactie van het boek is verzorgd door dr. Jan van der Meer.

     39,50
  • Kleur Veenhuizen

    Kleur Veenhuizen

    Handboek voor onderhoud
    Els Bet, Heide Hinterthür
     29,95

    Kleur Veenhuizen

    KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.

    De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.

    Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.

    Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.

     29,95
  • Fokje Pasma (1865-1956)

    Fokje Pasma (1865-1956)

    Boerin, vroedvrouw, muze van Pieter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     24,90

    Fokje Pasma (1865-1956)

    De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.

    Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.

     24,90