Fan ‘t iene yn ‘t oare. Doarpsferhalen
€ 12,50
Jan Tabak skriuwt doarpshalen. Ferhalen oer foarhinne, oer moaie en bysûndere minsken. De skriuwer tekenet it Fryske doarpslibben fan ‘e jierren fyftich en sechstich yn ‘e foarige iuw fol humor. De foarfallen binne o sa werkenber. Jan Tabak hat in skerp each foar de minsklike kant, foar it lytse dat soms grut wêze kin. O sa linich skreaun. Ferdivedearjend. Spannend. Ferhalen dy’t ferhalen oproppe: fan it iene komt it oare.
Jan Tabak (Wânswert, 1949) publisearre earder yn eigen behear Marianne, troch alles hinne en In slach om ‘e buorren…, twa bondels mei fersen.
Gerelateerde boeken
-
Kleur Veenhuizen
€ 29,95KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.
-
Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak
€ 12,90J. Slauerhoff wordt algemeen gezien als een van Nederlands grootste dichters en schrijvers. Met zijn avontuurlijke en dwarse instelling is hij voor velen een inspiratiebron geweest, en hij is dat nog steeds.
Een bijzondere en interessante kant aan de persoon en aan het werk van Slauerhoff is zijn relatie tot Friesland, waar hij is opgegroeid. Het is zonder meer waar dat een aantal van zijn mooiste verzen een Friese achtergrond heeft. Maar hoe liet hij zich over zijn geboortegrond uit? Hoe dachten belangrijke Friese auteurs over hun collega?
In Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak draait alles om de connectie tussen de ‘Rimbaud van Leeuwarden’ en het Friese vaderland.
Gerrit Jan Zwier is antropoloog en als reisauteur gespecialiseerd in noordelijke landen. Hij heeft diverse publicaties over Slauerhoff op zijn naam staan.
met illustraties
-
Zeven eeuwen Allersmaborg
€ 32,50Zeven eeuwen Allersmaborg
Annette van der Post en Henk Th. van VeenVerscholen tussen de bomen in het Reitdiepdal bij Ezinge ligt de historische borg Allersma. Een statig maar sober gebouw met een lange en rijke geschiedenis, die in dit boek voor het eerst wordt beschreven.
Zeven eeuwen Allersmaborg schetst de levens van voorname Ommelander families die er permanent woonden en van Groninger regenten die in stadpaleizen resideerden en Allersma koesterden als hun buitenverblijf. Veel markante eigenaars en bewoners vanaf de middeleeuwen tot de twintigste eeuw passeren de revue: jonkheren, notarissen, gepensioneerde boeren en kunstenaars.
In de tweede helft van de twintigste eeuw ontwikkelde Allersma zich tot een artistieke broedplek door de gastvrijheid van het kunstenaarsechtpaar Martin Tissing en Annie Vriezen. Nationaal en internationaal opererende kunstenaars laafden zich er aan de betoverende atmosfeer.




