Fauna en flora van het Groene Woud
€ 17,50
Met deze veldgids, die meer dan 750 schitterende afbeeldingen bevat, start een ontdekkingstocht
in de prachtige regio tussen de Brabantse steden ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. Ontdek meer dan 700 bijzondere planten en dieren als de das, de nachtegaal, wielewaal en boomkikker…
De achtergrondinformatie, de prachtige biotoopplaten en de waarnemingstips maken dat ontdekken nog gemakkelijker. Met deze gids kan de wandelaar, fietser en iedere natuurliefhebber op stap in dit uitgestrekte natuurgebied.
De natuurgids Fauna en Flora van het Groene Woud is het derde deel in een reeks van schitterende veldgidsen voor belangrijke regio’s in de Benelux. Uniek voor deze veldgidsen is dat ze een regio exhaustief belichten: zowel planten, zwammen, vogels, insecten, zoogdieren als andere dieren komen aan bod. De gidsen zijn geïllustreerd met prachtige diorama’s van leefgebieden en honderden levensechte illustraties van soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator Toni Llobet, aangevuld met deskundige tekst door veldecoloog Hans Baeté onder de wetenschappelijke leiding van Prof. Bart Muys.
Gerelateerde boeken
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
De scharrelaar – 2022/1
Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
Een kleine greep uit de rijke inhoud van deze voorjaarseditie van ‘De scharrelaar’: dit bruisende lentenummer opent met een indrukwekkend stuk van natuurjournalist Caspar Janssen, over de eerste geelgors die hij zag. Veertien jaar geleden was dat, en hij is het nooit meer vergeten. Verder leverden de dichters Benno Barnard en Kees ’t Hart lange en minder lange vogelverzen, beschrijft Nienke Beintema het bewogen zeearendenjaar 2021 en componeerde roofvogelaar Rob Bijlsma een requiem voor het boerenland. De illustraties zijn van Octavie Wolters, ze maakte zes verstilde houtsneden in zwart-wit.
-
Sinagote
In dit boek vertellen we het levensverhaal van een lepelaar die we Sinagote hebben genoemd. Het gaat om een vrouwtje van Vlieland met in haar naam het woordje ‘Sina’, de Bretonse naam van het dorp waar ze ieder najaar heen trekt. Dit verhaal gaat over meer lepelaars dan alleen Sinagote. Het gaat zelfs over veel meer dan lepelaars. We vertellen over de connecties tussen lepelaars onderling, maar ook over de connecties tussen gebieden in Europa en Afrika en tussen mensen die in de gebieden wonen en werken. In een combinatie van love story en succesverhaal, vertelt Sinagote, het levensverhaal van een lepelaar over het belang om bij de bescherming van onze trekvogels verder te kijken, te denken en te doen dan onze landsgrenzen.
-
De scharrelaar 2020/1
Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
‘De scharrelaar’ is een literair tijdschrift voor vogelliefhebbers, geschreven door diverse auteurs. In deze overvolle lente-editie 2020 van De scharrelaar, het derde nummer alweer, vindt u onder meer bijdragen van Willem Jan Otten en Daan Remmerts de Vries. Verder schrijft Marja Vuijsje over de kauwen op haar balkon, vertelt Bert Keizer over de helaas uitgestorven trekduif, beschrijft gevangenispsychiater Yolande de Kok de vogels in de nor en bejubelt Saskia van Loenen de paria van het stadspark: de halsbandparkiet.