Filosoferen in de TBS
€ 17,90
Een van de oudste geboden van de filosofie luidt: ken jezelf. Precies dat weet geestelijk verzorger Okke Wisse zijn dierbaarste tbs-patiënt, Stefan, in een twaalftal brieven duidelijk te maken. Hij analyseert het zelfbeeld van deze en andere tbs’ers aan de hand van denkers als Heidegger, Levinas en Lacan. Daarbij contrasteert hun zelfbeeld met dat van hemzelf. Er zijn overeenkomsten – beiden kampen met hetzelfde euvel: mens-zijn – maar Stefan en de meeste andere tbs-patiënten hadden de omstandigheden die hun ‘zelf’ vormden bepaald niet mee.
Dit roept bij Okke Wisse de vraag op wat idealiter behandeld zou moeten worden: de patiënt of de omstandigheden? Wisse is hoopvol: een mens kan altijd veranderen, vooral vanwege zijn gevoeligheid voor het verlangen en het appel van de ander.
Okke Wisse studeerde theologie aan de Vrije Universiteit en werkt al dertig jaar als geestelijk verzorger in justitiële en GGZ-instellingen. Hij constateert dat hij daarbij verschillende rollen aanneemt. Soms is hij vertrouwenspersoon (met ambtsgeheim), dan weer is hij raadsman, leraar, voorganger, coach… Intussen raakt hij via zijn patiënten vertrouwd met uiteenlopende culturen, mensvisies en zingevingstradities, die ook hemzelf aan het denken zetten. Hij is daarnaast counselor en coach.
Gerelateerde boeken
-
-
-
Grenzen van de gemeenschap
Standaardwerk over politiek filosofie
Wie radicaal is, heeft idealen die in steen zijn gebeiteld. Maar de mens zelf is niet van steen. We vallen nooit helemaal met onszelf samen, en dus ook niet met onze idealen. Neem geweldloosheid. Zeker iets om naar te streven, maar kun je echt altijd geweldloos zijn? Vanuit deze gedachte – streef idealen op een open manier na – ontwikkelde de Duits-Nederlandse denker Helmuth Plessner (1892-1985) een politieke filosofie.
Helmuth Plessner ontvluchtte Duitsland in 1933 en accepteerde een hoogleraarschap in Groningen. Tijdens de oorlog dook hij onder in Amsterdam om na de oorlog in Groningen terug te keren. Intussen steeg zijn roem – mede door zijn bekende boek Lachen en wenen. Na 1945 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij als vooraanstaand denker zijn stempel op de Duitse cultuur drukte.
Jan Vorstenbosch verzorgde deze eerste vertaling van Grenzen van de gemeenschap.
-
Bekentenissen en banvloeken
‘Cioran is zwart en cynisch, maar nooit grauw. Zijn stijl is lucide, geestig, scherpzinnig. In zijn werk komt geen saaie zin voor.’ — Jan Siebelink
Na het schrijven van dit even navrante als geestige slotstuk besloot de Roemeense denker Emil Cioran (1911-1995) dat hij ‘het heelal genoeg belasterd had’. Hij schreef niet verder. Bekentenissen en banvloeken is een boek met bijtende aforismen over verveling, erfzonde, orgasme, Stalin, Keats, Heidegger, Bach, de kerkvaders, islamitische mystici, begraafplaatsen en veel meer.
De alomtegenwoordigheid van het lijden, de irrealiteit van het bestaan, de futiliteit van elk handelen en terugkerende slapeloosheid vormen de basso continuo van dit meesterwerk, want: ‘Het is terecht dat men in elk tijdperk gelooft dat men het verdwijnen van de laatste sporen van het aardse Paradijs bijwoont.’Emil Cioran was van Roemeense komaf, studeerde filosofie en schreef vanaf 1949 uitsluitend nog in het Frans. Dagenlang at hij soms niets dan aardappelen; alle arbeid noemde hij ‘hoererij’, al erkende hij ‘graden van prostitutie’. Hij las en schreef, geplaagd door slapeloosheid en depressies. Elk nieuw boek was ‘een uitgestelde zelfmoord’. De slotzin van dit boek typeert Cioran. ‘Ook ik heb mij, net als iedereen, onledig gehouden in dit abnormale universum.’