Geschiedenis van Drenthe
€ 39,50
Drenthe treedt omstreeks 800 de geschiedenis binnen als in een officieel stuk de naam ‘Threant’ (Drenthe) wordt gebruikt. Gedurende de volgende 700 jaar is Drenthe het speelveld van onder andere de bisschop van Utrecht, de kasteelheer van Coevorden, horige boeren en een enkele handelaar.
Karel V van Habsburg maakt in 1536 Drenthe een onderdeel van de Lage Landen of de Nederlanden en als zodanig raakt het betrokken bij de Opstand tegen Spanje. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die hieruit voortvloeit, telt Drenthe nauwelijks mee.
Pas rond 1800 wordt Drenthe een provincie. De vervening komt vol op gang en kanalen met allerlei vertakkingen doorsnijden het gewest. Verharde wegen, ‘ijzeren’ spoor- en tramwegen leggen Drenthe op een heel andere manier open. Ontginningen en bosaanplant toveren een ander landschap tevoorschijn.
Het gaat goed met Drenthe, maar de twintigste eeuw brengt grote veranderingen. Steenkool maakt turf overbodig, twee Wereldoorlogen en verschillende crises sturen de boel grondig in de war. Na 1945 krabbelt Drenthe weer op neemt onder andere het toerisme een hoge vlucht.
Geschiedenis van Drenthe – Een nieuw perspectief geeft een overzicht van de meeste recente kennis en inzichten over de Drentse historie en is onmisbaar voor inwoners van Drenthe die meer willen weten over de geschiedenis van hun provincie. Daarnaast geeft het iedereen die geïnteresseerd is in de historie van Nederland een bijzonder beeld van de geschiedenis van de mooiste provincie van Nederland. Het boek is op een aantrekkelijke en toegankelijke manier geschreven en rijk geïllustreerd met foto- en kaartmateriaal.
Dr. Michiel Gerding studeerde geschiedenis in Utrecht en was meer dan 30 jaar provinciaal historicus van Drenthe. Hij is auteur van diverse boeken en werkte mee aan populaire boekenreeksen, tijdschriften en historische projecten in de provincie Drenthe. De eindredactie van het boek is verzorgd door dr. Jan van der Meer.
Gerelateerde boeken
-
Voorjaarstradities in Drenthe
Het zonlicht glijdt over een kaal landschap. De dagen worden langzaam langer, de zon warmer en de natuur weer groen: de winter maakt plaats voor de lente. Een periode die sinds oudsher wordt geassocieerd met vruchtbaarheid, wedergeboorte en een nieuw begin. Een periode die rijk is aan gebruiken en tradities om dit te vieren.
Drenthe heeft een groot aantal tradities voor het toejuichen en verwelkomen van de lente. Sommige daarvan kennen we nu nog, zoals het Paasvuur, anderen zijn in vergetelheid geraakt; wie weet tegenwoordig bijvoorbeeld nog wat een Pinksterbroed is of kan nog een hupholt fluitje maken?
In Voorjaarstradities in Drenthe maak je kennis met oude en nieuwe gebruiken in de periode van Sint-Pieter (22 februari) tot en met Pinksteren. Het boek geeft een gevarieerd beeld van hoe men vroeger en nu het voorjaar beleeft, op een informatieve en toegankelijke manier, rijk aangevuld met beeldmateriaal. Het laat zien hoe tradities zijn veranderd, verdwenen en nieuwe zijn ontstaan.
Ook is er ruim aandacht voor de Drentse taal. Er wordt ingezoomd op Drentse woorden die specifiek zijn voor deze periode en de informatieve onderwerpen worden afgewisseld met Drentstalige gedichten en verhalen. Ook geschikt voor lezers die de Drentse taal niet bijzonder machtig zijn.
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023 staan de volgende bijdragen:
Geschiedenis in Drenthe
Onder redactie van Mark Goslinga, Fred Sieders, Gerben de Vries, Ellen de Vries-Heijboer, Joke Wolff en Jan van ZijverdenFeminisme in Drenthe in de jaren ‘70 en ‘80
Maarten C. Hoff en Henriette Meppelink
Familie Hiddingh
Sybrand van Haersma Buma
Promotie van de Maatschappij van Weldadigheid
Alfred Geerts
Fotografie meets Van Gogh
Mark Goslinga
Islamitische Molukkers in Kamp Schattenberg
Ghani van den BergArcheologie in Drenthe
Onder redactie van Floor Huisman, Mans Schepers, Jelke Take, Vincent van Vilsteren en
Karen de VriesPotkleibossen in Noord- en Oost-Drenthe ─ ondergrond, cultuurgeschiedenis en ecologie
Theo Spek, Nanda Berben en Mike Jaroch
Artefacten van Lanaye-vuursteen ofwel vuursteen van het type Rijckholt uit Drenthe
Jaap R. Beuker, Erik Drenth en Hans de Kruyk
Rituelen bij het Zwegler Veen ─ Drie vuurstenen bijlen en hun relatie met andere sporen van de Trechterbekercultuur bij Hooghalen
Jaap R. Beuker
Karolingische muntschatten in Drenthe I ─ ‘Assen vóór 1818’, ‘Ter Apel 1822’ en ‘Balloo 1855’
Wijnand A.B. van der Sanden
Een hefboom des belangs ─ Geschiedenis van de Oudheidkamer ‘De Hondsrug’ te Emmen
Hans van Westing
Hendrikus van der Laan, dienstweigeraar, strijder voor een betere tewerkstelling van gewetensbezwaarden en opgraver van twee steentijdvindplaatsen
Dion L. Stoop en Wietske PrummelWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.
-
Gedwongen reis
In Gedwongen reis, mijn vader dominee S. Metiarij vertelt Mellie Metiarij over het leven van haar vader en wat het betekende om op te groeien als de dochter van dominee Metiarij.
In 1951 kwamen bijna 4000 – vooral Zuid-Molukse – KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Daartoe behoorde ook de tweede luitenant en legerpredikant Semuel Metiarij, die met zijn vrouw en vier kinderen op 7 maart 1951 vanuit de haven van Tandjung Priok vertrok en op 8 april aankwam in Rotterdam.
Door de grote woningnood in Nederland en omdat het om tijdelijke vestiging van een half jaar zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. In dit laatste kamp, dat verderging als woonoord Schattenberg, was dominee Metiarij predikant. Dominee Metiarij werd landelijk bekend toen hij als bemiddelaar optrad bij de bezetting van de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar (1970) en bij de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).
Als voorzitter van de Badan Persatuan (BP; de Molukse Eenheidspartij) onderhandelde Metiarij in de jaren 1980 met de Nederlandse overheid. Op 21 april 1986 resulteerde dat in de Gezamenlijke Verklaring van de Nederlandse regering en het Hoofdbestuur van de Badan Persatuan. De afspraken behelsden onder andere een uitkering voor de eerste generatie Molukkers in Nederland, hulp bij werkgelegenheid en huisvesting en de oprichting van een Moluks museum. De BP bleef lange tijd de gesprekspartner van de Nederlandse regering.
Mellie Metiarij heeft voor het boek vele gesprekken gevoerd met mensen die haar vader gekend hebben zodat een compleet beeld ontstaat van dominee Metiarij. Aangevuld met foto’s uit de privécollectie van de familie Metiarij zorgt dit voor een uniek portret van een bijzonder mens. Metiarij bouwde bruggen in roerige tijden en werd een boegbeeld van de Molukse gemeenschap.
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.