Groningen verandert
€ 27,50
De stad Groningen verandert voortdurend. Oude gebouwen worden vervangen door nieuwe en plekken die qua inrichting niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen gaan op de schop.
Henk Tiggelaar legde de veranderingen van de afgelopen vijfendertig jaar zowel in de binnenstad als in de omliggende stadswijken op foto vast. Hij fotografeerde op cruciale momenten de open plekken en de locaties waar
gesloopt zou worden, en later vanaf precies hetzelfde punt de nieuwe situatie. Dat resulteerde in 2006 in zijn eerste fotoboek Groningen verandert, gevolgd door een tweede uitgave in 2009.
Een nieuwe fotoselectie vindt u in dit derde deel van Groningen verandert, waarin ook de inhoud van de twee vorige boeken is opgenomen. Het laat zien dat in Groningen, ook in de crisisperiode na 2008, volop gebouwd is. Een
prachtige uitgave die de beweging vastlegt in een stad die nooit af is. Een feest van herkenning!
Gerelateerde boeken
-
De otter
Het is nog niet zo lang geleden dat de otter in Nederland was uitgestorven. Gelukkig is dit mooie zoogdier, dat afhankelijk is van schoon water en rust, nu weer volop te bewonderen, dankzij de inspanningen van organisaties, overheden en vrijwilligers. Aan de hand van talrijke schitterende foto’s en unieke (nacht)beelden van bewegingscamera’s biedt dit boek een boeiende kennismaking met de otter, zijn verschijning, gedrag en leefgebied.
Daarnaast is het een levendig verslag van de belevenissen en waarnemingen in het veld van otterkenner Harrie Bosma, die als geen ander weet wat de otter beweegt. -
Werelderfgoedgids Frederiksoord – Wilhelminaoord
Wie zonder voorkennis over de ontstaansgeschiedenis van de Koloniën van Weldadigheid door de Oranjelaan in Wilhelminaoord loopt, of de Hospitaallaan in Veenhuizen, krijgt gemakkelijk de indruk dat hij of zij zich bevindt op een landgoed of op het terrein van een grote zorginstelling. Onder de hoge beuken en eiken en rond de gebouwen heerst een bijzondere sfeer. Het groen werkt rustgevend. Tegelijkertijd geeft de strakke rechtlijnige structuur van de wegen en de ordelijkheid van de gebouwen in het gelid dwingend richting. Dit was onderdeel van de bewuste disciplinering van de armen en de sociaal kwetsbare groepen die hier leefden. Want dat was het doel van de Koloniën van Weldadigheid: uit het hele land werden hier in de 19e eeuw mensen en families in armoede – denk aan landlopers, bedelaars, maar ook wezen – naartoe gestuurd om het land te bewerken, naar school te gaan en discipline aan te leren. Er zijn zeven Koloniën, waarvan twee in het huidige België en vijf in het noorden van Nederland.
Veenhuizen en Frederiksoord-Wilhelminaoord in Nederland en Wortel in Vlaanderen zijn UNESCO Werelderfgoed. Jaarlijks bezoeken veel mensen de omgeving om daar te genieten van het unieke landschap of heel gericht kennis te maken met de historie van de Koloniën, en het landschap met bomenlanen en monumentale gebouwen.
Voor deze bezoekers zijn nu twee gidsen gemaakt die als bron van informatie dienen over zowel het landschap als de historie, en die ook een aantal wandel- en fietsroutes bevatten die men kan volgen om de hoogtepunten van het UNESCO werelderfgoed te zien. De gidsen zijn rijk geïllustreerd met kaarten, foto’s, verklarende illustraties, en historisch beeldmateriaal.
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel