Harlingers en hun wapenborden (1740-1910)
€ 49,90
Bestuurders van instellingen in Harlingen lieten tussen 1740 en 1910 trots hun wapens afbeelden op grote schilderijen. Sommigen hadden al generaties lang een familiewapen, anderen lieten er speciaal een maken. Van deze unieke Harlinger wapenborden zijn veertien bewaard met in totaal ongeveer vijfhonderd wapens. Het gaat om wapenborden van de armenvoogdij, de diaconie, de schutterij en het weeshuis, evenals een wapenbord van het bestuur van de Friese Admiraliteit.
In dit boek bieden Dirk Zeilmaker en Kees Kuiken een compleet overzicht van de wapens en de achtergrond van de personen aan wie ze toebehoorden. Onmisbaar voor wie belang stelt in heraldiek en genealogie, maar ook voor historisch geïnteresseerden in Harlingen.
Gerelateerde boeken
-
-
Boerderijen van het Leeuwarder Sint Anthony Gasthuis (1400-1950)
Het ontstaan van een charitatief grootgrondbezit€ 49,90 -
-
Doopsgezinden in Friesland
In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.
Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.