Het juiste gras voor elke tuin
€ 22,50
Het juiste gras voor elke tuin
De beste tips van de Tuindokter®
Erger je je aan kale plekken of mos in het gazon? Zorgen engerlingen, de larven van onder andere de meikever, voor een ware ravage? Of verlies je keer op keer de strijd tegen mollen en hun vervelende molshopen? Heb je geen idee hoe je moet mulchen of verticuteren en waartoe het dient? En weet je niet wat het ideale moment is om je gazon in te zaaien? Of zijn grasmatten een betere optie?
Op al deze en andere vragen weet Stefaan Bingé aka de Tuindokter® raad. Helder en toegankelijk wijst hij je de weg en toont hij welk gras thuishoort in welke tuin. Ook siergrassen passeren de revue. Welke zijn én mooi én onderhoudsvriendelijk? Wat zijn de mooiste bodembedekkende grassen en welke fleuren je tuin op in de herfst? Kunnen grassen ook in een kleine tuin of op het balkon? Welke kunnen goed tegen droogte en welke hebben liever natte voeten?
Laat je inspireren door de prachtige foto’s van Koen Deprez en ga meteen aan de slag met de talrijke praktische lijstjes en professionele tips van de Tuindokter®.
Gerelateerde boeken
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
-
-