Het halve dorp moest verhuizen

De Doleantie in Hijlaard
Kees Bevaart

 34,90

Friesland ligt bezaaid met honderden terpdorpen, met elk een eigen kerk. Veehouders, ambachtslieden en arbeiders werkten er samen in een alledaagse werkverdeling en in (ogenschijnlijke) gemoedelijkheid. Zo ook in Hijlaard, iets ten zuidwesten van Leeuwarden.

Op kerkelijk gebied groeide echter in de loop van de negentiende eeuw een schisma dat achteraf gemakkelijk aanwijsbaar is, maar door de dorpelingen lange tijd niet als zodanig werd ervaren. Orthodoxe en vrijzinnige hervormden groeiden uit elkaar, waarbij in Hijlaard vooral twee veehouderfamilies tegenover elkaar stonden. Die tweestrijd kwam tot uiting in een breuk: de Doleantie van 1887. Een meerderheid van de bevolking brak met de Hervormde Kerk, verloor daardoor haar kerkelijke bezittingen en stichtte vervolgens een eigen kerk en kerkgebouw.

Ook elders in Nederland werden dorpsgemeenschappen gespleten door de Doleantie, maar in Hijlaard liet zich de strijd tot in bijzonderheden reconstrueren: geen enkele Hijlaarder kon ontkomen aan het maken van een keuze (tot en met ‘de dronkaard en de gek’). En toen de vrijzinnigen de strijd hadden gewonnen, volgde hun wraak – het halve dorp moest verhuizen.

Kees Bevaart studeerde Culturele antropologie en Theorie en methoden van de eigentijdse geschiedenis aan de Vrije Universiteit.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
352
Druk:
1
ISBN:
9789464714104
Gewicht:
636 gram
Afmeting:
240x170x29 mm
Uitgiftedatum:
12-12-2025

Gerelateerde boeken

  • Eendenkooien in Fryslân 1450 – 2015 SET

    Dit standaardwerk geeft een encyclopedisch overzicht van alle ruim 400 eendenkooien die Friesland in de afgelopen vijfeneenhalve eeuw heeft gekend. Gerard Mast heeft alle relevante aspecten van het fenomeen eendenkooi beschreven,
    waaronder de bloeiperiodes in de zeventiende en achttiende eeuw, de geografische ontwikkelingen – bijvoorbeeld in relatie tot landgoederen –, een verificatie van oude benamingen. Hij beschrijft de werkprocessen, de bouwmaterialen en gereedschappen. Alle aspecten van de eendenkooien heeft hij gekwantificeerd, zoals de vangstgegevens en prijzen van gevangen vogels en eieren op de afzetmarkten. Deze veelzijdige studie bevat ook een sociologische analyse, over benamingen en familienamen, en beschrijft de eendenkooien als cultureel erfgoed, van heraldiek, dorpswapens en dorpsvlaggen, tot spreekwoorden en gezegden. Eendenkooien is ruim geïllustreerd met kaarten, grafieken en foto’s.

    Gerard Mast was gedurende een belangrijk deel van zijn werkzame leven in dienst Staatsbosbeheer. Een uitgave in samenwerking met de Eendenkooi Stichting.

     99,00
  • 39-45. De Tweede Wereldoorlog

    Onmisbaar basiswerk. Unieke foto’s, vaak nog niet eerder gepubliceerd, laten de harde werkelijkheid zien. 50 kaarten die speciaal voor deze publicatie werden ontwikkeld, tonen stap voor stap de militaire zetten.

    Met de inval in Polen wierp Hitler de lont in het kruitvat. De wereld raakte verwikkeld in de meest destructieve oorlog uit de geschiedenis: de Tweede Wereldoorlog. Luc De Vos en Dave Warnier focussen eerst op de oorzaken van deze wereldbrand. Ze doorgronden de diepe wrok van het Duitse volk na het onzalige verdrag van Versailles: 300.000 hongerdoden in Duitsland, een totaal geknakte economie, annexaties van grondgebied. Het is dé voedingsbodem voor het nationaal-socialisme.

    39-45. De Tweede Wereldoorlog stelt het militaire verhaal centraal: aanvallen te land, te lucht en te water, verdedigingsstrategieën, afleidingsmanoeuvres, sleutelpersonen- en momenten, miljoenen slachtoffers… Speciale aandacht gaat naar België: het belang van de Antwerpse haven, de opstelling achter het Albertkanaal, de artilleriestelling op het fort Eben Emael, de strijd om de Ardennen, de KW-linie aan de Schelde, de ultieme slag aan de Leie en, na een lange bezetting, de bevrijding.

    Luc De Vos is professor emeritus aan K.U.Leuven. Hij is dé expert militaire geschiedenis van de Lage Landen.

    Dave Warnier is kapitein-commandant in het Belgisch Leger. Hij is militair repetitor in de leerstoel geschiedenis aan de Koninklijke Militaire School in Brussel.

     45,00
  • Kloostermoppen

    Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

    Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

    Een collectieve biografie
    Hein Klompmaker
     28,50

    Het leven van boeren die Hunebedden bouwden

    Tussen 5.000 en 10.000 jaar geleden vond de Neolithische landbouwrevolutie plaats en werd de jager-verzamelaar meer en meer een boer die van een nomadisch bestaan overging naar een vaste nederzetting. Het zijn ‘vluchtige gestaltes’ waar we weinig van weten.

    Zo’n ‘vluchtige gestalte’ is voor auteur Hein Klompmaker de groep boeren die meer dan 5.000 jaar geleden besloten hunebedden te bouwen. De vraag of je deze groep boeren als het ware ‘tot leven zou kunnen wekken’ heeft hem niet meer losgelaten. Hoe leefden deze mensen en waarin verschilt onze tijd wezenlijk van die van de hunebedbouwers? In dit boek gaat Klompmaker als een moderne detective op zoek naar het leven van de boeren die hunebedden bouwden.

    De ontdekking van het Neolithicum wordt in de huidige tijd vooral beschreven als een ‘grand narratif’, waarbij grote lijnen en lange processen de boventoon voeren. Mede door de dominante plaats van archeologie in dit verhaal zijn het gedrag en de normen en waarden van de hunebedbouwende boeren vrijwel buiten beschouwing gebleven. Juist de cultureel-mentale ontwikkeling van de landbouwtransitie verdient nadere bestudering, onderzoek en belangstelling. Deze collectieve biografie voert niet alleen mensen van vlees en bloed op in het historische verhaal, maar laat ook monumenten, voorwerpen en landschappen als quasi-personages optreden en verbindt deze met het leven van alledag. Dat levert niet alleen een wetenschappelijk verantwoorde visie op, maar toont het Neolithicum in al zijn verscheidenheid en diversiteit als een vergane cultuur van mensen, dieren, monumenten en landschappen. Van mensen die, net als wij, een verleden hadden, keuzes maakten in het hier en nu en nadachten over de toekomst. De multidisciplinaire aanpak die Hein Klompmaker in dit boek hanteert, biedt een verrassend nieuwe kijk op het wereldbeeld van de boeren, die hunebedden bouwden.

    Hein Klompmaker is historicus en publicist. Hij wilde aanvankelijk journalist worden maar besloot later zich te richten op geschiedenis. Na de havo volgde hij een lerarenopleiding en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Klompmaker was van 1988 tot 2018 directeur van het Hunebedcentrum in Borger.

     28,50