Hoe worden we humaan?
€ 19,90
Hoe worden we humaan? Door eerst maar eens af te rekenen met het inhumane. Geen achttiende-eeuwse denker gaat zo principieel en verontwaardigd tekeer tegen het kolonialisme, racisme en het idee van de Europese superioriteit als Johann Gottfried Herder. Hij was een leerling van Immanuel Kant, maar bekritiseerde diens rassenleer. Hij raakte bevriend met Goethe, die aan zijn romanfiguur Faust trekken van de expressieve Herder meegaf.
In dit boek vinden we de belangrijkste fragmenten uit Herders geschriften in vertaling van Pieter Ippel, die de teksten ook inleidt. De fragmenten komen onder meer uit Herders meerdelige wereldgeschiedenis. Daarin beschrijft hij — en dat is revolutionair voor zijn tijd — alle volkeren als gelijkwaardig. De geschiedenis beweegt langzaam maar zeker richting humaniteit.
Gerelateerde boeken
-
De lach van de Boeddha
In de zesde eeuw voor Christus ontwikkelde de Boeddha een praktische levensfilosofie. Na zijn dood legden boeddhistische monniken zijn uitspraken vast in talloze sutta’s (Pali-Canon). Latere denkers zoals Nagarjuna (ca. 150–250) en Shantideva (ca. 685–763) werkten de boeddhistische filosofie op hun eigen wijze verder uit.
Ward Vandepitte, filosoof, promovendus aan de Radboud Universiteit en praktiserend boeddhist, legt in dit boek op heldere wijze uit wat de kernideeën zijn van het boeddhisme. Hij laat zien hoe je het boeddhisme in je eigen leven kunt toepassen. Het boeddhisme is namelijk meer dan een leer; het is ook een praktijk. Het helpt je in je dagelijkse leven bij het maken van keuzes, het omgaan met de dood, het vormen van een zelfbeeld en onthaasting.Een toegankelijke, diepgravende, vernieuwende en praktisch toepasbare ontmoeting met het boeddhisme.
Met een voorwoord door Prof. Paul van der Velde. -
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen