In het hart van het Overijsselse landschap

Een erfenis van de textielindustrie
Luc Jehee, Mark van Veen

 29,90

Hoe textielfabrikanten de Overijsselse natuur beschermden is een lang bewaard gebleven geheim. De Twentse textielfabrikant Gerrit Jan van Heek jr. zag negentig jaar geleden al het belang van natuurbescherming en gaf de aanzet tot de oprichting van wat nu de provinciale natuurbeschermingsorganisatie Landschap Overijssel is. Tegelijk riep hij andere fabrikanten op om het karakteristieke landschap te behouden en zorgvuldig om te gaan met cultuurhistorische waarden. In mei 1941, midden in de Tweede Wereldoorlog, lag er een masterplan en samen gaven de textielfabrikanten geld om dit te realiseren. Enige drang van Van Heek was daarbij wel nodig. Ze zochten naar gebieden die voor ontginningen het minst interessant waren, om zo de boeren te sparen. Zo groeide de industrie uit tot de grootste financier van het Overijssels Landschap. Je kunt dan ook stellen dat de industrie, en Van Heek in het bijzonder, een belangrijk deel van de Overijsselse natuur heeft weten te behouden. Landschap Overijssel beheert nu negen gebieden die met de status Natura 2000 behoren tot de Europese topnatuur.

Textielfabrikant werd grondlegger van topnatuur.

Luc Jehee is kenner van de natuur in Overijssel. Mark van Veen is insectenkenner, maar vooral toch een strateeg op het gebied van mens en natuur.

Afmeting:
268x219x24 mm
Gewicht:
1070 gram
ISBN:
9789056159528
Druk:
1
Aantal pagina's:
232
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Hardcover
Uitgiftedatum:
05-10-2022

Gerelateerde boeken

  • Standhouden

    Adellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink
    Willemieke Ottens
     49,90

    Standhouden

    De Nederlandse adel gold lang als heersende klasse van grondbezitters. Op het platteland bezaten adellijke families generaties lang omvangrijke landgoederen. Sociale, economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen brachten in de twintigste eeuw grote veranderingen in deze oude bezits- en machtsstructuur. Op grote schaal werden landgoederen verkocht, afgebroken, of ze veranderden van eigendomsvorm.

    De belangrijkste thema’s van Standhouden zijn de ontwikkelingen die plaatsvonden in de relatie van de landheer tot zijn bezit, in de exploitatie, de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters, en de culturele betekenis van het landgoedbezit.
    Centraal staat de adellijke familie Sandberg, die tot het einde van de twintigste eeuw de landgoederen Leuvenum (Gelderland) en De Bannink (Overijssel) bezat. Aan de hand van uniek archiefmateriaal wordt een persoonlijk beeld geschetst van leven, wonen en werken op een landgoed in de twintigste eeuw. Het leven van de familie Sandberg en het beheer van Leuvenum en De Bannink veranderde drastisch toen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun drie dochters het beheer van de landgoederen overnamen. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw spanden deze vrouwen zich in om beide landgoederen en de agrarische gemeenschappen te behouden.

    Naast deze bijzondere familie- en landgoedgeschiedenis schetst dit boek een gedetailleerd beeld van het groeiende overheidsingrijpen en van de veranderende houding ten opzichte van landschaps- en erfgoedzorg en landgoedbeheer in deze periode.

    Willemieke Ottens is architectuur- en landschapshistoricus gespecialiseerd in het groene erfgoed. Zij is werkzaam bij een bureau voor landschap en zal binnenkort op dit onderwerp promoveren.

     49,90
  • Mijn grauwe ganzen

    Berend Voslamber
     27,90

    Mijn grauwe ganzen

    Iedereen kent de grauwe gans. In enkele decennia is hij uitgegroeid van een zeldzame tot een massaal voorkomende vogel. Hij is geliefd en verguisd, en regelmatig onderwerp van verhitte debatten tussen natuurbeschermers en boeren. Wat maakt deze vogel bijzonder?
    Berend Voslamber deed veertig jaar onderzoek naar grauwe ganzen en kent deze vogel als geen ander. In Mijn grauwe ganzen beschrijft hij het hele leven van de vogel, van ei tot volwassen dier. Hij toont aan hoe succesvol de grauwe gans als broedvogel was (bijvoorbeeld in de Ooijpolder) en hoe in de loop van de tijd de biotoop veranderde, zoals tijdens hun verblijf in de Dollard. Veel informatie geeft de auteur aan de hand van opmerkelijke individuen.
    Naast de vogels komen ook de ontwikkelingen in zijn onderzoek en de mensen die de auteur tijdens zijn werk ontmoette aan bod. Daarbij gaat hij met name diepgaand in op het tellen en het ringen van de vogels en wat dat oplevert aan kennis.

    Berend Voslamber is in Nederland dé deskundige op het gebied van grauwe ganzen. Hij werkte ruim twintig jaar als bioloog bij Sovon – vogelonderzoek Nederland en werd al op jonge leeftijd geboeid door het fenomeen gans.

     27,90
  • Roofvogelgids

    Lars Gejl
     34,90

    Roofvogelgids

    Met deze vernieuwde gids kan iedere natuur- en vogelliefhebber alle Europese roofvogels op naam brengen. De auteur heeft hiervoor meer dan 500 nieuwe, vaak unieke foto’s verzameld. 
    In de tekst beschrijft hij per soort een groot aantal handige kenmerken. Ter ondersteuning van een snelle en zekere determinatie heeft Lars Gejl voor het eerst vergelijkingsplaten samengesteld met foto’s van de vogels in vlucht. 

    De uitvoerige soortbeschrijvingen bevatten de volgende onderdelen: 

    – De biologie van alle roofvogels 
    – Beschrijving van de verspreidingsgebieden en trek 
    – Tekeningen van de silhouetten en de jizz
    – Rui en kleden 
    – Gelijkende soorten 
    – Vergelijkingsplaten met pijlaanwijzingen naar de typische kenmerken per soort 
    – QR-codes voor de geluiden van de roofvogels 

    Lars Gejl is een van de beste natuurfotografen van de wereld en gespecialiseerd in vogelfotografie. 

     34,90
  • De scharrelaar-2019/1

    Vogeltijdschrift voor lezers
    Diverse auteurs
     14,99

    De scharrelaar-2019/1

    Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.

    Een literair tijdschrift over vogels en vogels kijken, dat was er nog niet. Ja, er zijn de bekende natuurglossy’s en ledenbladen. De adembenemende fotografie doet daar het meeste werk, en dat is mooi. De stukken zijn hoogst informatief. Maar in die visuele weelde missen wij toch iets: de bezieling en de bezetenheid, gevangen in woord, en een enkel beeld. We verlangden naar een nieuw gebied. Een eigen biotoop, een reservaatje waarin het knettert en tettert, zindert en zingt, vloeiend uit de pennen van vogelaars met liefde voor schrijven of schrijvers met liefde voor vogels.
    De scharrelaar dus. Tweemaal per jaar vertoont hij zich, gelijk de vogeltrek: eenmaal in het voorjaar, eenmaal in de herfst.

    Het eerste nummer bevat bijdragen van onder meer: Stefan Brijs, Rob Buiter, Remco Daalder, Geert Groot Koerkamp, Redmond O’Hanlon, Alexander Reeuwijk, Marja Vuijsje, Hay Wijnhoven en Koos van Zomeren. De scharrelaar is alleen in losse verkoop beschikbaar en te koop bij de boekhandel.

    Redactie: Emile Brugman, Caspar Dullaart, Jean-Pierre Geelen en Saskia van Loenen.

    De Volkskrant
    Recensie

    ‘De liefde voor de vogel zit diep in De Scharrelaar.’– Paul Onkenhout, Volkskrant

     14,99