In staat van beleg

Handboek voor militairen (4de eeuw voor Christus)
Aeneas Tacticus

 19,90

Zo’n 2500 jaar geleden verscheen het eerste militaire handboek uit de Europese literatuur, een ‘doe-het-zelf-boek’ over oorlog. Ene Aeneas (Grieks: Αἰνείας, Aineias) componeerde In staat van beleg. Het leert hoe men de bevolking rustig houdt, een burgermilitie organiseert, en het behandelt de nieuwste technologieën van die tijd: hoe saboteert men een stadspoort, schrijft men geheimtaal, en bouwt men een brandbom? Deze leerzame instructies worden afgewisseld met revolutionaire listen. Wie zijn tegenstanders belegert, doet dat immers met behulp van verraders van binnenuit.

In staat van beleg van Aeneas Tacticus hoort thuis in het rijtje van boeken over strategie en tactiek van bijvoorbeeld Macchiavelli en Sun Tzu. Maar Aeneas’ werk biedt ook tientallen fascinerende anekdotes en een unieke inkijk in de dagelijkse realiteit in het Griekenland van de vierde eeuw voor Christus, waarin oorlog een vaststaand onderdeel was van het leven.

Henric R.J. Jansen is classicus aan de Universiteit Leiden, waar hij een promotieonderzoek verricht naar militaire innovatie in de Griekse en Romeinse oudheid.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
160
Druk:
1
ISBN:
9789464712964
Uitgiftedatum:
21-02-2025
Gewicht:
268 gram
Afmeting:
210x146x17 mm

Gerelateerde boeken

  • Atlas van de jaren 60

    Claire Rollet, Gordon Kerr
     29,90
  • Verdraaid verleden

    Verdraaid verleden

    De zwarte bladzijden uit een familiealbum
    Joop Boelens
     35,00
  • Onderweg naar 1832

    Onderweg naar 1832

    Een groepsbiografie uit de Groningse school
    Mineke van Essen
     22,50

    Onderweg naar 1832

    Onderweg naar 1832 vertelt het verhaal van zes jonge mensen uit eenvoudige milieus, met ieder een bijzondere geschiedenis. Twee vrouwen en vier mannen, van wie één met Joodse migrantenwortels. Het speelt tegen de achtergrond van de schoolwereld uit de vroege negentiende eeuw en loopt vanaf hun kindertijd tot 1832. In dat jaar waren ze als dertigers aanwezig op een legendarisch jubileumfeest ter ere van hun onderwijsinspecteur. Ze hadden toen, gegeven hun afkomst en sekse, binnen het onderwijs opvallend carrière gemaakt. Op basis van historische bronnen laat het boek zien hoe dit kwam en wat ze onderweg naar 1832 meemaakten.

    Samen geven de zes biografische verhalen een beeld van vroege ontwikkelingen binnen het lerarenberoep. Onderwijsvernieuwing was in deze periode het sleutelwoord. Geleidelijk nam daardoor de vakbekwaamheid toe, verbeterden de arbeidsomstandigheden en steeg het sociale aanzien van de beroepsgroep – maar alleen voor de mannen. Het boek maakt ook de onontkoombare man-vrouw verschillen van deze periode zichtbaar.

    De jonge levens van de zes speelden zich grotendeels af in de stad Groningen, toen een belangrijk centrum van onderwijsvernieuwing. Ze stonden in de voorhoede van de nieuwe Nederlandse school. Het boek vertelt de nauw met elkaar verweven verhalen over deze bijzondere pioniers: een idealistische dovenonderwijzer, de ontwerper van de pabo, Nederlands eerste kleuterpedagoge, een talenvirtuoos die botste op de grenzen van de tolerantie, een heel vroege carrièrevrouw, en de wegbereider van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Ingekleurde momentopnamen van opvallende gebeurtenissen in hun bestaan – een dramatische vergadering, een liefde, een stedentripje naar Amsterdam, een onvergetelijke les – brengen de personen tot leven. Een bijzondere combinatie van feiten en fictie.

    Mineke van Essen is historisch pedagoog en emeritus hoogleraar van de Rijksuniversiteit Groningen.

     22,50
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50