Inquisitie in de middeleeuwen
€ 29,90
1231. Paus Gregorius IX rekruteert dominicanen als de eerste inquisiteurs. Aanvankelijk richten ze hun pijlen op katharen en waldenzen, daarna op bekeerde joden, melaatsen, spirituele franciscanen, begijnen en tempeliers. Duizenden sterven op de brandstapel.
De auteur vertrekt van de getuigenissen van de middeleeuwse inquisiteurs en hun slachtoffers. Bisschop Jacques Fournier verhaalt in zijn inquisitieregisters hoe hij de bekeerde jood Baruch probeert te overtuigen van Jezus’ menselijke én goddelijke natuur. Paus Clemens v geeft de grootmeester van de tempeliers de pauselijke absolutie in het Perkament van Chinon (hoewel die grootmeester enkele jaren later toch op de brandstapel belandt). Dante Alighieri laat in zijn Divina Commedia de ketters jammeren en weeklagen vanuit gloeiendhete graftomben. En natuurlijk is er ook de Grootinquisiteur van Fjodor Dostojevski die uitlegt waarom hij niet van Jezus houdt.
Dit boek is de neerslag van de persoonlijke zoektocht van de auteur naar historische waarheid, langs middeleeuws procesrecht en dito bronnen, maar ook langs hedendaagse schrijvers. Een boek over boeken, gekruid met een flinke dosis onderzoeksjournalistiek en persoonlijke bemerkingen.
Bernadette Demeulenaere is doctor in de rechten en criminologe.
Gerelateerde boeken
-
Maria van Oekraïne
Maria was een boerenmeisje uit de provincie Tsjernihiv in Oekraïne. Ze groeide op onder het schrikbewind van Stalin en verloor haar familie door de Holodomor (hongersnood) en de communistische terreur. In de zomer van 1942 is ze zeventien en arbeidster in een sovchoze. Daar wordt ze door de Duitse Wehrmacht van het graanveld geplukt en gedeporteerd. Ze wordt Ostarbeiterin in de Zeiss lenzenfabriek van Jena in Oost-Duitsland. Onder deze onmenselijke werk- en levensomstandigheden en gekweld door honger zoekt ze steun bij de icoon van de heilige Nikolaj, die ze erfde van haar baboesia Sofia. In 1944 ontmoet Maria de Vlaamse Aloïs, Fremdarbeiter en brandweerman in Jena. Ze wandelen in de bossen en gaan op zoek naar een nieuwe vrijheid. Maar hun geluk is broos, want de oorlog blijft een geduchte tegenstander. Wanneer de bombardementen van de geallieerden op Jena hun hoogtepunt bereiken en de Russen hun aanval vanuit het oosten verhevigen, worden de geliefden van elkaar gescheiden. Lukt het Maria, die inmiddels zwanger is, haar man terug te vinden?
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-