Jaap Nieuwenhuize – Onstuimig en onvervaard. Wageningen en de wereld
€ 25,00
Landbouweconoom Jaap Nieuwenhuize (1946) is zijn hele werkzame leven betrokken geweest bij landbouw, voedselproductie en de sociale omstandigheden van de daarbij betrokken partijen: boeren, landarbeiders, en werkers in de voedselindustrie, maar ook consumenten en burgers.
Dit boek beschrijft de loopbaan van Nieuwenhuize: van hogere landbouwschool naar een studie economie in Wageningen, gevolgd door zijn inzet voor de nationale en internationale vakbeweging in de jaren ’80, tot zijn werk voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de jaren ’90 – steeds tegen de achtergrond van het wereldvoedselvraagstuk, ontwikkelingen van het Nederlandse en Europese landbouwbeleid, en consequenties van schaalvergroting en intensivering.
Naast de levensbeschrijving van zijn goede vriend Jaap Nieuwenhuize biedt auteur Bertus Mulder inzicht in de immer voortdurende discussie over het ‘landbouwbeleid in transitie’ en de economische uitwerking daarvan. Eerder beschreef Mulder al de jonge jaren van Piter Jelles Troelstra, en de biografie van Sophie Louisa Kwaak. Jan Douwe van der Ploeg schreef het voorwoord bij dit boek over zijn goede vriend en oud-studiegenoot.
Gerelateerde boeken
-
Nieuw Boeren
In Nieuw Boeren [cursief] beschrijft Kooman tien boerenfamilies van Schiermonnikoog tot Zeeland en Limburg, die de transitie naar een nieuwe landbouw hebben ingezet. Dat is nodig ook, want de sector staat onder grote druk: regelgeving vanuit de overheid, klimaatverandering, een uitgeputte bodem, dierenwelzijn, te lage prijzen.
Wat doen deze boeren om zich van de toekomst te verzekeren? Niet wachten op de overheid, maar, op heel verschillende manieren, inspelen op de behoefte van de consument. Johan Jansen bijvoorbeeld stapt over naar een onverwacht gewas – thee –, Styn Claessens ontwikkelt een kippenschuur die duurzaam en diervriendelijk is, en een groep boeren op Schiermonnikoog keert terug naar een kleinschalig en traditioneel werkende coöperatie. Zonder bekeringsdrang, maar met boerenverstand.
Kees Kooman schreef eerder verschillende boeken over de landbouw.
-
Hannekemaaiers en Kiepkerels
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.