Kazematten op de Afsluitdijk
€ 22,50
De geschiedenis van de kazemattenstelling bij Den Oever en op het Kornwerderzand, de Wonsstelling, Breezand en de Duitse en naoorlogse verdedigingswerken.
In mei 1940 was het voor de Nederlanders een grote schok dat de Duitse buren ons land binnenvielen en dat onze krijgsmacht zo snel moest capituleren. Dat onze krijgsmacht ook successen boekte, is minder bekend. Dit boek gaat over een van die successen, namelijk de verdediging van de Afsluitdijk. Een gelukkige combinatie van degelijke verdedigingswerken (de kazematten), een gemotiveerde eenheid met vertrouwen in de commandant en goed leiderschap hield bij de Afsluitdijk de Duitse aanval tegen. John Verbeek heeft de verdedigingswerken die als gevolg van het afsluiten van de Zuiderzee werden gebouwd uitgebreid onderzocht. In dit boek geeft hij inzicht in de voor die tijd moderne bouwwerken en bewapening die de vuurproef glansrijk bleken te doorstaan. Daarnaast geeft hij een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen van de meidagen van 1940 op en rond de Afsluitdijk.
Drs. John Verbeek (1955) studeerde geschiedenis aan de RU Leiden (1981). Zijn expertise ligt vooral op het gebied van vestingwerken, militaire techniek, zeegeschiedenis, koloniale expansie en Indonesische land- en volkenkunde. Hij is actief in het museumwezen en geeft historische adviezen ten behoeve van films en documentaires.
Gerelateerde boeken
-
Het beschavingsfront
Een nieuwe beschavingstheorie in de traditie van Norbert Elias en Johan Goudsblom.
In de loop der eeuwen zijn we gevoeliger geworden voor het leed van de ander. Opmerkelijk genoeg zijn het juist rampen die dit sensibiliseringsproces aanjagen. Oorlogen, hongersnoden, rampen en pandemieën maken het leed van de ander zichtbaar en zetten ons zo op het spoor van meer empathie en meer beschaving.
Frank Hermans laat zien hoe dit wereldwijde beschavingsproces zich heeft voltrokken en hoe gezondheidszorg nu aan de frontlinie ligt van de oprukkende menselijkheid. Daar melden zich de slachtoffers van een chronische overbelasting van mens en milieu. Empathie met hen zal leiden tot een volgende stap in het beschavingsproces.
Frank Hermans is socioloog. Hij promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op het onderwerp trauma en beschaving. Hij publiceerde eerder onder meer Het mondiale beschavingsproces en De evolutie van het medeleven.
-
Stemmen van de bevrijding
‘Ik zou eigenlijk Aaltje heten,’ vertelt Victoria Liberta Schuur. Maar ze werd uiteindelijk niet naar haar grootmoeder genoemd, maar naar een Canadese tank waarop de woorden ‘Victory’ en ‘Liberty’ waren geverfd. Het echtpaar Schuur uit Wagenborgen zocht tijdens de bevrijding van hun dorp een veilig heenkomen in de schuilkelder van psychiatrisch centrum Groot Bronswijk tezamen met bijna duizend patiënten. Terwijl de kogels en granaten door de straten vlogen, kwam in de schuilkelder nieuw leven ter wereld.
Het verhaal van Ria Schuur is een van de vele en bijzondere verhalen in Stemmen van de Bevrijding, over 75 jaar vrijheid in stad en provincie Groningen. Dagblad van het Noordenjournalist en auteur Frank von Hebel schrijft onder meer over de dagenlange strijd om de stad Groningen, de evacuatie van Appingedam, plunderende Canadezen en de uitputtende vrouwenmars van 116 verzetsstrijders van Westerbork naar Visvliet. Hij stuitte bij zijn zoektocht op een verbijsterend dagboek over de lange zwerftocht van tientallen gezinnen in de regio Delfzijl die voor de gevechten vluchtten en hij sprak met een van de nabestaanden van de slachtoffers die na de bevrijding bij een munitie-ontploffing in Spijk om het leven kwamen.
‘Stemmen van de bevrijding’ is een samensmelting van interviews, dagboekfragmenten, ingezonden verhalen, uniek archiefmateriaal, artikelen en boeken.
Frank von Hebel is journalist bij Dagblad van het Noorden. Eerder schreef hij ‘Mesdag, het leven in een tbs-kliniek’, ‘Mijn Bevrijding’, ‘De slag om de stad Groningen’ en de thriller ‘Graf van klei’. -
Ludo ten Cate
Ludo ten Cate, genealoog tot de dood werpt een scherp licht op het leven van de genealoog Ludo ten Cate. Als hoofd van de Centrale Dienst voor Sibbekunde tijdens de Tweede Wereldoorlog was Ten Cate de autoriteit op het gebied van afstammingsonderzoek. Bovendien was hij een fanatieke SS’er die zijn expertise met betrekking tot stambomen gebruikte om de raszuiverheid van NSB’ers en SS’ers na te gaan en om Joodse mensen die probeerden hun Joods-zijn te ontkennen, op onjuistheden te betrappen.
Ten Cate’s vakkundigheid en expertise werden een wapen in de handen van de vijand; door Ten Cate’s onderzoeken hebben vele Joden niet aan deportatie kunnen ontsnappen. Met zijn maandblad Sibbe en met radiopraatjes probeerde Ten Cate mensen warm te krijgen voor genealogisch onderzoek en voor het belang van raszuiverheid. Voor de NSB schreef hij ook in hun tijdschriften en hij kwam met een handleiding voor afstammingsonderzoek.
In Ludo ten Cate, genealoog tot de dood onthult Annette Evertzen het complexe karakter van Ludo ten Cate en onderzoekt zij de vraag hoe deze man tot zijn keuzes is gekomen. In hoeverre heeft zijn eigen afstamming daar een rol in gespeeld? En hoe kon hij na de oorlog weer doorgaan met stamboomonderzoek en daar zelfs over publiceren?
Annette Evertzen raadpleegde archieven met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, maar vond ook in plaatselijke archieven eigen exemplaren van zijn boeken, met aantekeningen, knipsels en brieven.
-
De opgejaagden
Direct na de Tweede Wereldoorlog zette de joodse onderduiker Alfred ‘Ab’ van Dien zijn herinneringen over zijn onderduikperiode op papier. Deze herinneringen raakte hij jarenlang kwijt. Een medeonderduiker, die inmiddels in Israël woonde, bleek ze in bezit te hebben en stuurde ze aan hem terug. In 1982, bijna veertig jaar na de bevrijding, werden de herinneringen in een eenvoudig uitgevoerd boekje uitgegeven onder de titel: De Opgejaagden, herinneringen van een joodse onderduiker in het Valtherbos”.
Met zorgvuldig gekozen en indringende bewoordingen geeft Van Dien in De Opgejaagden een kijkje in het gevoelsleven van een onderduiker, niet schuwend om ook de gevaren waaraan ze vrijwel continue blootstonden te beschrijven. De titel geeft exact de lading van het boek aan. Zestien joodse onderduikers blijken, ondanks hun goed verscholen onderduikplaatsen, hun leven niet zeker en worden (door verraad) meermalen opgejaagd. Tijdens hun ondergrondse leven in kleine zolderkamertjes, een kippenhok en twee in taaie bosgrond uitgegraven bosholen, werden ze ondersteund door een aantal zeer sterke Drenten. Het verhaal leest als een waargebeurd, spannend jongensboek, maar wel één met een gitzwarte achtergrond. Wie begint met lezen, kan niet stoppen. De lezer wil weten hoe het verder gaat en hoe het afloopt.
Schrijver Johan Withaar heeft naar aanleiding van De Opgejaagden ruim tien jaar onderzoek gedaan naar de onbekend gebleven achtergronden, de vreselijke niet te bevatten historische feiten en het leven van de betrokkenen na de oorlog. Dit nieuwe boek, inclusief de herinneringen van Ab van Dien, bevat de resultaten van dit onderzoek in binnen- en buitenlandse (oorlogs)archieven, locatiebezoeken en interviews met de kinderen van direct betrokkenen, die Johan Withaar tot in de USA en Israël heeft weten te traceren.
Daarnaast heeft het onderzoek een drietal niet eerder gepubliceerde op schrift gestelde herinneringen van direct betrokkenen opgeleverd. Deze geven soms een verrassende wending aan hetgeen Van Dien zich in De Opgejaagden herinnerde.