Landschap (be)leven
€ 27,90
In de westerse wereld wordt een landschap voorgesteld als een schouwspel. Het doet zich aan ons voor. Wij, redelijke wezens, kijken er van een afstand naar. Die rationele blik heeft beperkingen. Want kunnen we daarmee het landschap ook beleven, kunnen we erin opgaan, er onderdeel van zijn, kunnen we het landschap ‘leven’?
Deze vragen staan centraal in dit veel geroemde werk van de bekende Franse filosoof François Jullien. Hij vindt de sleutel tot een nieuw ‘landschapsdenken’ in de Chinese filosofie en nodigt ons uit tot een nieuw engagement met de natuur.
François Jullien (1951) is filosoof, hellenist en sinoloog. Hij is hoogleraar filosofie aan de universiteit Paris-Diderot. Zijn werk verschijnt in ruim vijfentwintig talen.
Vertaling: Anneke van der Meer-van Berne & Anne-Lise Ruijs
Gerelateerde boeken
-
Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009). -
-
Een alomvattende filosofie
Abraham Johannes Cuffeler (1637-1694) was nauw bevriend met Spinoza en raakte in de ban van diens ideeën. In zijn driedelig boek Principia Pantosophiae (Beginselen van alwijsheid) poogt Cuffeler alle beschikbare kennis van zijn tijd samen te brengen. Daarmee is zijn boek een voorloper van de latere Encyclopedie. Cuffelers verlangen naar wiskundig samenhangende, universele en allesomvattende kennis, maakt zijn Principia Pantosophiae tot een wetenschappelijke utopie. Het eerste deel, hier integraal vertaald, behandelt de logica. De andere delen – over mathematica (inclusief astronomie) en fysica – behandelen onder meer de ‘conatus’ van Hobbes en Spinoza. Dit betreft de kracht die beweging veroorzaakt. Cuffelers boek, hier voor het eerst in vertaling, biedt ons een uniek inkijkje in het denken van de Radicale Verlichting.
-
De romantische leugen en de romaneske waarheid
Hét standaardwerk over de mimetisch begeerte in een herziene vertaling.
‘Je kunt zelf bepalen wie je wilt zijn!’ Nou, nee dus. Het idee van authentieke zelfbepaling is een romantische leugen. De waarheid is namelijk dat we in relaties leven en grotendeels onbewust maar diepgaand beïnvloed worden door de ander (mimesis). Tot in onze begeertes aan toe. We begeren wat de ander begeert.
Alle grote romanciers lijken deze waarheid te hebben onderkend. Cervantes, Stendhal, Flaubert, Proust, Dostojewski, allemaal beschrijven ze driehoeksverhoudingen en de daaruit voortkomende gevoelens van afgunst, jaloezie en impotente haat. Hoe pijnlijker deze gevoelens worden, hoe meer we geneigd zijn ons aan de romantische illusie vast te klampen. Is er ontsnapping mogelijk aan de romaneske leugen? In dit meesterwerk uit de mens- en literatuurwetenschappen houdt de Franse cultuurfilosoof René Girard die optie open. Misschien wel. De grote romanciers wijzen een weg.René Girard (1923-2015) wordt beschouwd als een van de grootste vernieuwers in de hedendaagse menswetenschappen. Als Frans filosoof, historicus en literatuurwetenschapper doceerde hij onder meer aan Stanford University en was hij lid van de prestigieuze Académie française.