Handboek logica

De kunst van het redeneren
Josina Carolina van Lynden, Roek (C.L.) Vermeulen

 24,90

Voor zover we weten is het Handboek logica het eerste logicaboek dat door een vrouw is geschreven — en dat in 1770, toen meisjes niet eens naar school mochten. Maar Josina Carolina van Lynden gebruikte haar eigen bevoorrechte positie (ze kwam uit een adellijke familie en had thuisonderwijs gehad) graag om anderen vooruit te helpen door ze te leren denken en overtuigen. Deze bewerking maakt duidelijk dat dit bijzondere boek ons nog steeds letterlijk aan het denken kan zetten.

Ondanks het doodzwijgen ervan door de pers en collega-filosofen — in de enige bekende reactie werd gezegd dat Van Lynden voor een vrouw heel geleerd was — werd het Handboek logica een succes. Na haar dood werd Van Lynden ten onrechte vergeten; er is pas recent weer aandacht voor haar.

Josina Carolina barones van Lynden (1716 /17 – 1791) trouwde, ondanks hevig verzet van haar familie, onder haar stand met een ambitieuze en slimme predikant. Uiteindelijk gingen ze samen in Amsterdam wonen, waar ze een aantal werken van hem uitgaf en onder haar eigen naam bewerkte. Op zijn beurt stimuleerde hij haar om het Handboek logica uit te geven.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
240
Druk:
1
ISBN:
9789056159795
Uitgiftedatum:
17-11-2023
Gewicht:
364 gram
Afmeting:
215x141x23 mm
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • De papegaai is niet dood

    De papegaai is niet dood

    Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters-Gent 1944
    Marc Verschooris
     27,50

    De papegaai is niet dood

    Gent 1944

    Marc Verschooris, geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA, haalt drie geheim agenten voor het voetlicht: Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters. Op basis van tal van tot nu toe onbekende archiefstukken, ook familie-archieven, reconstrueert hij hun verzetsdaden. Vele nooit eerder gepubliceerde foto’s tonen de onverschrokken helden van toen.

    Geheim agent Albert Mélot wordt geparachuteerd op 11 april 1944 en krijgt Gent als werkterrein. In de donkere nacht van de ‘nieuwe maan van mei’ springt ook zijn marconist, Albert Wouters, uit het vliegtuig. Een week na D-Day is het over en uit voor Mélot: de Duitsers brengen hem naar de Gentse gevangenis waar nog een ander geheim agent gevangenzit: Albert Deweer.

    Het verzet wil beiden koste wat kost bevrijden. Op 15 juli 1944 wordt Mélot bevrijd uit een Duitse gevangeniswagen in de Gentse Papegaaistraat. De gevolgen van deze daad zijn dramatisch. Ongeveer 100 mensen, onder wie de familie Mélot, worden opgepakt. Een groot deel wordt in concentratiekampen vastgezet. De dodentol bedraagt ongeveer zestig personen.

    Albert Deweer komt vrij door omkoping. Het geld wordt ter beschikking gesteld door een economische collaborateur die op een toekomstige clementie rekent. In oktober 1945 zal Deweer zijn ‘redder’, ter dood veroordeeld, op een spectaculaire manier uit dezelfde gevangenis halen en naar Frankrijk brengen waar hij als uitvinder geschiedenis zal schrijven.

    Albert Wouters heeft minder geluk. In de eerste bevrijdingsmaand en met de radio op pad, treft hij de allerlaatste Duitsers, die hem genadeloos doden.

    Met meer dan 100 foto’s, vaak niet eerder gepubliceerd

     27,50
  • Fries vlas

    Fries vlas

    Gerrit Herrema, Henk Dijkstra
     34,90

    Fries vlas

    Friesland is rond 1880 de grootste producent van vlas in Nederland. De teelt gaat in die jaren niet zozeer om het gewas zelf, maar is voornamelijk bedoeld als werkverschaffing. Het eindproduct linnen wordt veelal thuis en in spinhuizen gesponnen en door regionale wevers verwerkt. Voor veel burgerlijke- en kerkelijke gemeenten in de provincie is het dé manier om arbeiders en hun gezinnen de winter door te helpen. De arbeidsomstandigheden in de zogenoemde braakhokken zijn echter vaak ten hemel schreiend.
    Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschijnen er in Friesland zo’n twintig fabrieken waarin vlas gemechaniseerd wordt verwerkt. Een van de vele vlasproducten – het lijnzaad – gaat dan een grote rol spelen bij de opkomst van de veevoerindustrie en de intensivering van de landbouw.

    In deze rijk geïllustreerde uitgave beschrijven Henk Dijkstra en Gerrit Herrema de Friese vlasgeschiedenis. Hoe en waar werd in Friesland vlas verbouwd, hoe werd het verwerkt, welke producten leverde het op en hoe was de afzet geregeld. Dit boek bevat een overzicht van veel gebruikte vlasserstermen in zowel het Fries als in het Nederlands. De auteurs sluiten af met de recente ontwikkelingen binnen de vlasteelt en de toekomstmogelijkheden voor Fries vlas.

     34,90
  • Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld

    Vijftig jaar Friese uitgevers 1920 - 1970
    Louw Dijkstra
     49,95

    Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.

    De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.

    Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.

    Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.

    Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.

     49,95