M/V/X
€ 29,90
Wat hebben Jeanne d’Arc, le Chevalier d’Éon, Julia Pastrana en farao Achnaton met elkaar gemeen? De een droeg als vrouw een broek, de ander als man een rok, de derde was een vrouw met een baard en de beroemde Egyptenaar werd voorgesteld met borsten! In Genderdiversiteit is van alle tijden komen tientallen mannen, vrouwen en soms ook ‘manvrouwen’ of ‘vrouwmannen’ aan bod die elk op hun manier het traditionele binaire verhaal in twijfel trokken. Ze werden vaak bespot, gehaat, maar ook medelijdend bekeken of gefascineerd aangestaard. Behalve de vraagtekens die zij keer op keer plaatsen bij het binaire verhaal, hebben de M/V/X in dit boek nóg iets gemeen. Het zijn stuk voor stuk boeiende persoonlijkheden die tot leven komen door het gebruik van authentieke bronnen en vaak nooit eerder gepubliceerde afbeeldingen.
Bert Gevaert(1978) is leerkracht klassieke talen, mentaliteitshistoricus en stads- en museumgids in Brugge.Johan Mattelaer (1937) is uroloog met een grote interesse voor de geschiedenis van geneeskunde en seksualiteit. Beiden publiceerden bij Sterck & De Vreese eerder Roma Intima: liefde, lijf en lust (2020).
Gerelateerde boeken
-
Het beschavingsfront
Een nieuwe beschavingstheorie in de traditie van Norbert Elias en Johan Goudsblom.
In de loop der eeuwen zijn we gevoeliger geworden voor het leed van de ander. Opmerkelijk genoeg zijn het juist rampen die dit sensibiliseringsproces aanjagen. Oorlogen, hongersnoden, rampen en pandemieën maken het leed van de ander zichtbaar en zetten ons zo op het spoor van meer empathie en meer beschaving.
Frank Hermans laat zien hoe dit wereldwijde beschavingsproces zich heeft voltrokken en hoe gezondheidszorg nu aan de frontlinie ligt van de oprukkende menselijkheid. Daar melden zich de slachtoffers van een chronische overbelasting van mens en milieu. Empathie met hen zal leiden tot een volgende stap in het beschavingsproces.
Frank Hermans is socioloog. Hij promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op het onderwerp trauma en beschaving. Hij publiceerde eerder onder meer Het mondiale beschavingsproces en De evolutie van het medeleven.
-
Slimme streken
Rust en ruimte, loeiende koeien en noaberschap. Over clichés heeft het platteland niet te klagen. De stad zou staan voor moderniteit, dynamiek en vertier, het platteland voor natuur, landbouw en tradities. Maar klopt dat beeld nog wel? Dit boek laat zien dat de verschillen tussen stad en land minder groot zijn dan vaak wordt beweerd. Het platteland is steeds meer verstedelijkt. Zelfs in de meest afgelegen dorpen zijn inwoners verbonden met de ‘global village’. En in de dorpshoreca kun je naast schnitzels gewoon sushi en street food krijgen. Op sommige terreinen loopt het platteland zelfs voor op de stad. Zo zijn er maar weinig sectoren waarin technologie zo’n grote rol speelt als in de landbouw. Met hun robots, drones en agro-apps zijn boeren ware hightechondernemers geworden. Voor vernieuwing op het gebied van mobiliteit, energie en ouderenzorg moet je ook op het platteland zijn. Dorpelingen maken gebruik van deelauto’s, verenigen zich in energiecoöperaties of zetten zorgvoorzieningen nieuwe stijl op. Het zijn ‘slimme streken’ waarvan stadsbewoners nog wat kunnen leren. Wordt het niet eens tijd voor de verlandelijking van de stad?
‘Slimme streken: de kracht van het platteland’ is verplichte kost voor opiniemakers, adviseurs en mensen die werkzaam zijn bij rijk, provincie en gemeenten. Daarnaast is het boek een aanrader voor verstokte stedelingen die het platteland alleen maar kennen van vakantie.
Prof.dr. Gert-Jan Hospers (Enschede, 1974) is bijzonder hoogleraar Transitie in Stad en Regio aan de Radboud Universiteit en economisch geograaf aan de Universiteit Twente. Verder is hij directeur van Stichting Stad en Regio, een stichting die zich inzet voor stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat. Hij heeft diverse boeken geschreven, onder meer over gevoelsgeografie, citymarketing, demografische krimp en kustregio’s.
-
Past het dier nog op ons bord?
Past het dier nog op ons bord? Deze vraag houdt de Wageningse wetenschapper Imke de Boer al lange tijd bezig. De huidige veehouderij draagt bij aan de klimaatcrisis en het verlies van biodiversiteit. Moeten we daarom allemaal veganist worden? Misschien niet. Het is mogelijk dieren alleen nog te voeren met biomassa die wijzelf toch niet kunnen eten, zoals reststromen en gras. Dan past een beetje dierlijk voedsel wel in een duurzaam dieet. Maar is zo’n dieet nog wel gezond voor ons? En willen we überhaupt nog wel dieren houden en doden voor de productie van ons voedsel?
Dit boek neemt je mee op een persoonlijke reis langs al deze vragen, en biedt de wetenschappelijke basis die nodig is voor het formuleren van antwoorden.Imke J.M. de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen University & Research en heeft het bedrijf De Boer en Voedsel. Als systeemdenker wil zij bijdragen aan een duurzame voedseltoekomst. Voor haar visie daarop ontving ze, samen met haar team, de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize.