Mijn grauwe ganzen
€ 27,90
Rebel en krachtpatser: iedereen kent de Grauwe gans. In enkele decennia is hij uitgegroeid van een zeldzame tot een massaal voorkomende vogel in Nederland. Hij is geliefd en verguisd, en regelmatig onderwerp van verhitte debatten tussen natuurbeschermers en boeren. Wat maakt deze vogel bijzonder? Elke grauwe gans heeft zijn eigen karakter. Deze slimme herbivoren herkennen elkaar aan de roep en hun kenmerkende gezichten. Ze kunnen met rugwind meer dan 100 kilometer per uur vliegen en herkennen niet alleen een zeearend van twee kilometer afstand, maar ook wat hij in zijn snavel draagt.
Berend Voslamber deed veertig jaar onderzoek naar grauwe ganzen en kent deze vogel als geen ander. Hij beschrijft het leven van de grauwe gans van ei tot volwassen dier. Aan de hand van opmerkelijke individuen toont hij aan hoe succesvol of juist niet de grauwe gans als broedvogel is, hij beschrijft de gevolgen van veranderende biotopen en laat zien dat het tellen en het ringen van de vogels diepgaande kennis oplevert. Naast de vogels komen ook de ontwikkelingen in zijn onderzoek en de mensen die de auteur tijdens zijn werk ontmoette aan bod.
Berend Voslamber is in Nederland dé grauwe ganzen deskundige. Hij werkte ruim twintig jaar als bioloog bij Sovon – Vogelonderzoek Nederland.
Gerelateerde boeken
-
-
Knooppunt Waddenzee
€ 17,90Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
-





