Moed en tegenspoed
€ 35,00
Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.
Gerelateerde boeken
-
Zo, ben jij er ook nog?
Eerst wordt haar vader in het holst van de nacht weggevoerd. Nauwelijks een jaar later pakken de Duitsers haar moeder en een mysterieuze onderduiker op. De tienjarige Roos blijft in 1942 alleen achter met haar twee zusjes in hun ouderlijk huis in Rotterdam. Ze probeert zo goed en zo kwaad als het kan het dagelijks leven voort te zetten in de platgebombardeerde stad. In de hongerwinter van 1944 zoekt ze met haar zusjes een uitweg om te overleven.
Roos (Derks) Bazuijnen vertelt haar verhaal in dit boek. De auteurs zochten uit wat er met de ouders van Roos gebeurde en schetsen een beeld van het prille verzet in de Tweede Wereldoorlog. Zo, ben jij er ook nog? is een portret van een intellectueel communistisch gezin dat geschonden uit de oorlog komt. Het is daarmee een aangrijpend egodocument over hoe een kind in oorlogstijd overleeft.
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-
Zo zijn we niet meer getrouwd
Tot de jaren zestig bezegelde het huwelijk een hiërarchische verhouding. Door te trouwen kwam de man aan het hoofd van het gezin en werd de vrouw handelingsonbekwaam. Ze mocht niet zelf contracten sluiten, werken of een bankrekening beheren. Nog een effect: de huwelijkswetgeving criminaliseerde homoseksualiteit en maakte sommige kinderen wettig en andere ‘onwettig’. Dit boek beschrijft de opkomst en het verval van het hiërarchische huwelijk. Het eindigt met de komst van het recht om te scheiden, het homohuwelijk en het geregistreerde partnerschap.
-
Heer- en broodjagers
Heer- en broodjagers geeft een schets van de cultuurgeschiedenis van de jacht in Nederland en laat zien hoe deze drastisch veranderde. Tal van soorten jagers komen aan het woord: de landgoedeigenaren in Overijssel en Gelderland, de broodjagers aan de vroegere Zuiderzee, de robbenjagers op het Wad, de kistjagers langs de Friese IJsselmeerkust, de herenboeren uit Zeeland en Groningen, de kleine boerenjagers uit Drenthe en waterwildjagers op de Reeuwijkse plassen en in de Biesbosch. Het jagen op de bunzing in de Friese Wouden, op de houtsnip op Ameland, en de Friese wilsterflapper worden zeer uitvoerig geportretteerd. Het boek kent vele verhalen en anekdotes uit de wereld van de jagers.
Heer- en broodjagers geeft door middel van foto’s en beschrijvingen een unieke kijk op de jacht als belangrijk Nederlands cultuurfenomeen.