Moed en tegenspoed

Edelvrouwen in de Bourgondische tijd

 35,00

Vergeten vrouwengeschiedenissen

De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.

Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.

Uitgiftedatum:
28-03-2022
ISBN:
9789056158729
Afmeting:
257x205x29 mm
Gewicht:
1074 gram
Druk:
1
Aantal pagina's:
303
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Hardcover
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Houtstromen

    Houtstromen

    Bossen, binten en boerderijen
    Paul Borghaerts
     49,90

    Houtstromen

    In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.

    Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.

     49,90
  • Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld

    Vijftig jaar Friese uitgevers 1920 - 1970
    Louw Dijkstra
     49,95

    Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.

    De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.

    Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.

    Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.

    Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.

     49,95
  • De Historia Naturalis

    De Historia Naturalis

    Geschiedenis van de kruidengeneeskunde
    Marcel De Cleene
     69,95