Natuurbeheer
€ 65,00
Wat zijn natuurlijke processen? Waarom sterven populaties uit? Wat zijn ecosysteemdiensten? Waarom zijn waterplassen en moerassen zo belangrijk? Werkt natuurbeheer in tijden van klimaatverandering? Waarom grazen er koeien en paarden in een natuurgebied? Wat is het probleem met stikstof en fosfor? Mag natuur niet gewoon natuur zijn, spontaan, zelfstandig,
authentiek, wat wilder? Waarom is natuurherstel even belangrijk als natuurbeheer?
Natuurbeheer gaat in op fundamentele en praktische vragen waar natuurbeheerders, onderzoekers en beleidsmensen mee geconfronteerd worden. Het boek levert ook de brede kennis en inzichten voor beheer en behoud van onze belangrijkste ecosystemen zoals wetlands, graslanden, heiden, bossen en duinen. Belangrijke onderwerpen zijn de herwaardering van natuurlijke processen, de rol van grote grazers en natuurlijk ook klimaatadaptief natuurbeheer. Rewilding wint aan
populariteit en wordt hier als een boeiende, aanvullende natuurbehoudstrategie voorgesteld.
De auteurs van dit boek, Jan Van Uytvanck, Martin Hermy, Geert De Blust en Maurice Hoffmann paren al jaren praktijk aan wetenschappelijk onderzoek.
Gerelateerde boeken
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?