Nijhuizum. Frieslands kleine kerk
Net ten oosten van Workum ligt verscholen in het landschap de ‘boerebuorren Nijhúzum’. In dit eeuwenoude dorpje dat omringd is door water en landerijen staat Frieslands kleinste kerk. In het Godshuis uit 1721, omringd door het oude kerkhof, lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het eenvoudige en intieme interieur zonder elektriciteit, verwarming of stromend water is bijzonder sfeervol en puur. Toch blijkt uit bouwhistorisch onderzoek in deze publicatie dat ook dit kerkinterieur geheimen kent, en meer ontwikkelingen heeft doorgemaakt dan bij de eerste aanblik gedacht. Onder de voorwaarde dat het een plaats van bezinning zou blijven werd het gebouw bij het opheffen van de kerkgemeente halverwege de jaren zeventig van de twintigste eeuw overgedragen aan Stichting de Nijhúzumer Tsjerke. Hoe er na ruim 700 jaar een einde kwam aan het kerkelijk leven van een kleine dorpsgemeenschap, en welke pastoors en predikanten, kosters en klokkenluiders, voorzangers, boeren en arbeiders er in de loop der tijd hun steentje bijdroegen en hun geloof beleden, wordt beschreven in dit boek.
Dr. Hidde Feenstra is freelance historicus met specialisatie (cultuur-)geschiedenis van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland.
Drs. Albert Reinstra, afkomstig uit Oudega (SWF), is als bouwhistoricus en specialist kerkelijke bouwkunst werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort.
Gerelateerde boeken
-
Spitten voor de vijand
Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.
Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.
Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.
Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.
-
Terpen- en Wierdenland
De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r -
Wat het hele dorp wist
Lion woont in Israël. Voor zijn zestiende verjaardag mag hij met zijn moeder en opa op vakantie naar Nederland. Daar groeide opa op in Friesland. Lion heeft vaak gevraagd naar opa’s leven van toen, maar antwoord kreeg hij nooit. De geschiedenis van zijn grootvader heeft iets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen een peuter, dus hoe zit dat precies?
Misschien kan hij dat vertellen als hij terug is in zijn oude dorp. Maar als Lion ziet hoe moeilijk opa het heeft met dat verleden, vraagt hij zich af of deze reis wel zo’n goed idee was.Leeftijd 14+