Nijhuizum

Frieslands kleine kerk
Albert Reinstra, Hidde Feenstra

 17,50

Net ten oosten van Workum ligt verscholen in het landschap de ‘boerebuorren Nijhúzum’. In dit eeuwenoude dorpje dat omringd is door water en landerijen staat Frieslands kleinste kerk. In het Godshuis uit 1721, omringd door het oude kerkhof, lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het eenvoudige en intieme interieur zonder elektriciteit, verwarming of stromend water is bijzonder sfeervol en puur. Toch blijkt uit bouwhistorisch onderzoek in deze publicatie dat ook dit kerkinterieur geheimen kent, en meer ontwikkelingen heeft doorgemaakt dan bij de eerste aanblik gedacht.

Onder de voorwaarde dat het een plaats van bezinning zou blijven werd het gebouw bij het opheffen van de kerkgemeente halverwege de jaren zeventig van de twintigste eeuw overgedragen aan Stichting de Nijhúzumer Tsjerke. Hoe er na ruim 700 jaar een einde kwam aan het kerkelijk leven van een kleine dorpsgemeenschap, en welke pastoors en predikanten, kosters en klokkenluiders, voorzangers, boeren en arbeiders er in de loop der tijd hun steentje bijdroegen en hun geloof beleden, wordt beschreven in dit boek.

Dr. Hidde Feenstra is freelance historicus met specialisatie (cultuur-)geschiedenis van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland.

Drs. Albert Reinstra, afkomstig uit Oudega (SWF), is als bouwhistoricus en specialist kerkelijke bouwkunst werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
152
Druk:
1
Uitgiftedatum:
20-05-2019
Gewicht:
524 gram
Afmeting:
230x171x11 mm
ISBN:
9789056155018

Gerelateerde boeken

  • Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld

    Vijftig jaar Friese uitgevers 1920 - 1970
    Louw Dijkstra
     49,95

    Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.

    De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.

    Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.

    Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.

    Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.

     49,95
  • Fries vlas

    Fries vlas

    Gerrit Herrema, Henk Dijkstra
     34,90

    Fries vlas

    Friesland is rond 1880 de grootste producent van vlas in Nederland. De teelt gaat in die jaren niet zozeer om het gewas zelf, maar is voornamelijk bedoeld als werkverschaffing. Het eindproduct linnen wordt veelal thuis en in spinhuizen gesponnen en door regionale wevers verwerkt. Voor veel burgerlijke- en kerkelijke gemeenten in de provincie is het dé manier om arbeiders en hun gezinnen de winter door te helpen. De arbeidsomstandigheden in de zogenoemde braakhokken zijn echter vaak ten hemel schreiend.
    Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschijnen er in Friesland zo’n twintig fabrieken waarin vlas gemechaniseerd wordt verwerkt. Een van de vele vlasproducten – het lijnzaad – gaat dan een grote rol spelen bij de opkomst van de veevoerindustrie en de intensivering van de landbouw.

    In deze rijk geïllustreerde uitgave beschrijven Henk Dijkstra en Gerrit Herrema de Friese vlasgeschiedenis. Hoe en waar werd in Friesland vlas verbouwd, hoe werd het verwerkt, welke producten leverde het op en hoe was de afzet geregeld. Dit boek bevat een overzicht van veel gebruikte vlasserstermen in zowel het Fries als in het Nederlands. De auteurs sluiten af met de recente ontwikkelingen binnen de vlasteelt en de toekomstmogelijkheden voor Fries vlas.

     34,90
  • De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 - 1608

    De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608

    Spiegels van het dagelijks leven in de zestiende eeuw
    Meindert Schroor
     75,00

    De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608

    Met als stichtingsjaar 1534 is het Old Burger Weeshuis in Leeuwarden een van de oudste burgerweeshuizen in Nederland. Vrijwel vanaf het begin is een administratie bijgehouden van zijn inkomsten en uitgaven in rekenboeken en jaarrekeningen. Zij bevatten een schat aan informatie over aard, kwaliteit en prijs van voedingsmiddelen, kleding en schoeisel, bouwmaterialen en gereedschappen, over het boerenbedrijf, maar ook over verdere uiteenlopende zaken als de werkgelegenheid (ambacht en losse arbeid), huizen en landerijen, lonen, huren, renten en legaten, verkeer en vervoer, de inrichting van de stad, het weer en de relatie tussen Leeuwarden en zijn omgeving. Ze bieden zowel professionele onderzoekers als amateurs ‘elck wat wils’. De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541-1608 geeft als nagenoeg ononderbroken bron een beeld van het dagelijks leven in Leeuwarden en zijn omgeving gedurende het grootste deel van de zestiende eeuw zowel als de beginjaren van de zeventiende eeuw. Geograaf en historicus Meindert Schroor heeft met zijn transcriptie en inleiding op de rekeningen van de destijds als ‘Arme Weeshuys’ aangeduide instelling een van de belangrijkste historische bronnen voor de sociaaleconomische geschiedbeoefening van Friesland toegankelijk gemaakt.

    With summary in English/Met Engelse samenvatting.

     75,00
  • Soa het ut weest

    Soa het ut weest

    Leeuwarden in stukjes
    Pieter de Groot
     19,90

    Soa het ut weest

    Leeuwarden heeft een historische stadskern om zuinig op te zijn. In de eerste naoorlogse jaren leefde dat besef nog niet zo: het motto was ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningnood te lenigen. Vervolgens werd de auto als heilige koe omarmd en dreigden grachten gedempt en terpen geslecht te worden: rijden, rijden, rijden… Tot de babyboomers in opstand kwamen: niet alles hoeft plat.
    Babyboomer en oud-redacteur van de Leeuwarder Courant Pieter de Groot (1946) besloot in 1997 deze en andere gebeurtenissen uit het stadsverleden in herinnering te roepen in de zaterdagkrant, met als kapstok vaak een actueel onderwerp. Van de inmiddels meer dan duizend columns liet hij er voor zijn 75ste verjaardag 75 uitzoeken. Na ruim 25 jaar blijkt niets zo vluchtig als de actualiteit en niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst.

     19,90