Op reis met de Klipfontein

Verhalen van een scheepsarts 1946-1948
Mirjam de Meijer

 22,90

In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.

Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
192
Druk:
1
ISBN:
9789464711837
Gewicht:
414 gram
Afmeting:
230x149x18 mm
Uitgiftedatum:
06-12-2023

Gerelateerde boeken

  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • Hoog geboren, ambitieus en eigenzinnig

    Hoog geboren, ambitieus en eigenzinnig

    Marie Catherine Josephe, gravin van Merode en prinses van Rubempré en Everberg (1743-1794)
    Freeke De Meyer
     35,00
  • De vergeten prinsessen van Thorn (1700-1794)

    Het stift van Thorn is in de achttiende eeuw the place to
    be voor de hoogadellijke dochters van de Europese rijksvorsten
    en -graven. Ze worden hier klaargestoomd voor
    een huwelijk met een man van stand, leren zich uitdrukken
    in het Frans, krijgen zanglessen en organiseren
    dansfeesten. Hun japonnen naar de laatste mode uit Parijs
    zijn exclusief en de exquise gerechten eten ze met zilveren
    bestek. In de glazen kooi waarin ze leven dienen ze voortdurend
    het bij hun stand passende gedrag te vertonen,
    één enkele misstap kan fataal zijn.
    Historicus dr. Joost Welten kon de hand leggen op een
    gigantische hoeveelheid nooit eerder geraadpleegde
    bronnen en geeft in De vergeten prinsessen van Thorn een
    inkijk in de leefwereld van dit voormalige rijk der hoogadellijke
    vrouwen. Vorstelijk geïllustreerd met meer dan
    150 afbeeldingen – vaak nooit eerder gepubliceerd.
    We volgen de adellijke dames op hun reizen door Europa,
    tijdens jachtpartijen, maar ook wanneer ze vertwijfeld op
    zoek zijn naar geld om hun schulden te betalen. Hoe gaan
    zij om met de speelruimte die hun wordt toebedeeld?
    Schikken zij zich in een dienstbare rol of zien ze kans om
    een eigen kleur te geven aan het leven en daarin iets uit te
    drukken van hun idealen en ambities?

     39,90