Op reis met de Klipfontein
€ 22,90
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.
Gerelateerde boeken
-
-
De ziel van zwart Amerika
Er zijn maar weinig boeken die geschiedenis schrijven. Dit is zo’n boek. The Souls of Black Folk, hier vertaald als De ziel van zwart Amerika, staat aan de basis van de zwarte vrijheidsstrijd in de twintigste eeuw. De literaire begaafde W.E.B. Du Bois beschrijft hoe raciale vooroordelen doorwerken in het alledaagse leven van zwarte mensen. Anders dan witte mensen, worden zij gedwongen tot een ‘dubbel bewustzijn’, waarbij ze zichzelf ook steeds door de ogen van de witte mens zien.
Met dit boek gaf Du Bois de aanzet tot een hernieuwd zwart zelfbewustzijn. Zo voedde hij de latere strijd voor toegang tot het hoger onderwijs. Inmiddels geldt het boek, waarin het ideaal van het panafrikanisme centraal staat, als een mijlpaal in de Afro-Amerikaanse literatuur.
De inleiding is van de hand van Stephan Sanders. Babah Tarawally laat in het nawoord zien dat Du Bois’ meesterwerk weinig aan actualiteit heeft ingeboet.
William Edward Burghardt Du Bois (1868–1963) promoveerde in de filosofie. Als vooraanstaand Amerikaanse mensenrechtenactivist richtte hij de National Association for the Advancement of Colored People op. Dit is, opmerkelijk genoeg, de eerste vertaling van zijn meesterwerk.
-
Landschapsbiografie van Westerwolde
Westerwolde kent een grote variatie aan bijzondere cultuurlandschappen: van het unieke kloosterlandschap van Ter Apel in het zuiden, het nog zeer goed bewaard gebleven esdorpenlandschap langs de Ruiten Aa met zijn oude nederzettingen, essen, heidevelden en beekdalen, de historische verdedigingslinie rond Bourtange en Oudeschans tot aan de weidse veenontginningslandschappen bij Vriescheloo en Bellingwolde. Weinig streken in Noord-Nederland hebben zoveel bijzondere cultuurhistorische relicten en een zo rijk gelaagde geschiedenis met tal van bijzondere historische verhalen.
Door de verschillende grondsoorten heeft Westerwolde een sterk gevarieerde agrarische geschiedenis die tot op heden bepalend is voor het landelijk gebied. Ook de waterstaatkundige geschiedenis van Westerwolde heeft een eigen gezicht. Daarnaast is de streek ook rijk aan allerlei soorten natuur: in de beekdalen van Runde, Ruiten Aa, Mussel Aa en Westerwoldse Aa, in de bossen en heidevelden, maar ook in het boerenlandschap met zijn talrijke houtwallen, singels, akkerflora en bosjes. Juist de in eeuwen gegroeide intensieve verbinding tussen natuur en cultuur maken dit gebied zo belangrijk en veelzijdig.De Landschapsbiografie van Westerwolde is tegelijkertijd ook een biografie van mensen. Tientallen generaties bewoners, maar ook voorbijgangers en buitenstaanders, hebben het landschap in de loop der eeuwen gemaakt tot dat wat het nu is, en doen dat ook nu en in de toekomst. Om die reden wordt in deze biografie ook veel aandacht besteed aan hun leven, hun drijfveren, hun activiteiten en hun zichtbare sporen in het huidige landschap.
De Landschapsbiografie van Westerwolde is een wetenschappelijk verantwoord, toegankelijk geschreven verhaal over de ontstaansgeschiedenis, kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het landschap in deze regio. De biografie is rijk geïllustreerd met landschapsfoto’s, kaarten en landschapsreconstructies die de verschillende levensfasen van Westerwolde weerspiegelen.
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.