Op reis met de Klipfontein
€ 22,90
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.
Gerelateerde boeken
-
Karel de Grote
Een historische figuur die tot op vandaag tot de verbeelding spreekt.
Karel de Grote leefde zo’n 12 eeuwen geleden, en toch is hij nog steeds prominent aanwezig in het collectief geheugen: als koning der Franken, als Frankisch keizer van de christelijke wereld, als vader van Europa. Een brugfiguur in een tijd waarin een oude wereld aftakelde en een nieuwe beschaving aarzelend haar eerste passen zette.
Ook in zijn eigen tijd sprak Karel de Grote tot de verbeelding. Zijn lange gestalte – hij was uitzonderlijk groot voor die tijd – en zijn hoge leeftijd, gaven voeding aan talloze verhalen. Het mythische beeld van de dappere, grootse vorst dreigt daarom de historische werkelijkheid te overschaduwen.
Raoul Bauer gaat als een volleerde onderzoeker te werk: de recentste historische inzichten houdt hij tegen het licht, hij nuanceert en verwijst fabels of onbetrouwbare bronnen naar de prullenbak. Bauer volgt Karel de Grote tijdens zijn veldtochten, als bestuurder van een immens rijk, is aanwezig bij zijn keizerskroning op die memorabele 25ste december van het jaar 800, gaat met hem mee in zijn zoektocht naar kennis en ontmoet hem ten slotte als een bezorgde familievader die geen afstand kan doen van zijn dochters en weent om zijn gestorven zonen. We krijgen in dit boek ‘de ware’ Karel de Grote te zien.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde verschillende boeken over de vroege middeleeuwen.
Voor iedereen die meer te weten wil komen over Karel de Grote en zijn tijd is dit boek dan ook zeker aan te raden. — Acta Historica
-
-
De Gouden iuw yn Boazum
Yn de gouden Iuw yn Boazum beskriuwt Philippus Breuker de libbens fan alle húshâldingen dy’t fjouwerhûndert jier lyn mei elkoar yn ien doarp wennen. It giet oer gewoane minsken yn in karakteristyk Frysk doarp wennen. Guon wienen der berne, lykas har âlden, en soms wennen har bern der ek wer. Oaren kamen út de omkriten en in inkeling hie der gjin famylje. Sa omfiemet dizze doarpsmienskip yn 1640 twa iuwen, fan 1500 oant 1700.
Fan de 87 húshâldingen wienen in protte famylje fan elkoar, foaral yn de Buorren, wat makke dat sy it dêr foar it sizzen hienen, al wienen de boeren altyd noch machtiger. De measten waarden stadichoan reformearre, mar guon holden ek fêst oan it âlde leauwe. Dat joech spanningen dy’t net sûnder oerheidsyngripen oplost wurde koenen. De measte minsken hienen it net roem, mar nei 1650 kaam der in tiid fan oerbefolking en bittere earmoede.
Philippus Breuker (1939) wennet al mear as fyftich jier yn Boazum. Dit is syn fjirde boek oer it doarp. Dêrneist hat er skreaun oer literatuer, skiednis en lânskip fan Fryslân.
-
Buigen onder de storm
Philip Mechanicus (Amsterdam 1889 – Auschwitz-Birkenau 1944) was voor de oorlog een beroemd journalist, wiens carrière na de Duitse inval eindigde met zijn verwijdering van het Algemeen Handelsblad. Toch zou hij zijn grootste prestatie pas daarna leveren, tijdens zijn anderhalfjarig verblijf in Durchgangslager Westerbork. Daar schreef hij onder zware omstandigheden, in schoolschriftjes, het dagboek In depot, een van de meest indrukwekkende egodocumenten uit de Tweede Wereldoorlog.
‘Ik heb het gevoel alsof ik als officieel reporter een schipbreuk versla,’ omschreef hij zelf zijn gedwongen internering in dit voorportaal van de hel. Na Westerbork werd Mechanicus via Bergen-Belsen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, waar hij in oktober 1944 werd doodgeschoten.Mechanicus’ leven weerspiegelt de bewogen geschiedenis van zijn tijd. Hij was afkomstig uit de arme jodenbuurt van Amsterdam en ontwikkelde zich door zelfstudie tot journalist. Via Het Volk en twee bladen in Nederlands-Indië kwam hij in 1920 bij het Algemeen Handelsblad terecht. Hij was een pionier in het verslaan van de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie en in Palestina. Zijn scherpe analyses van het opkomende nazisme geven een wrange dimensie aan zijn eigen lot.
In Buigen onder de storm beschrijft journalist Koert Broersma op basis van diepgaand onderzoek en gesprekken met tientallen getuigen het bijzondere leven van Philip Mechanicus. Deze uitgebreide en geheel herziene uitgave bevat tal van nieuwe, recente onderzoeksresultaten en niet eerder gepubliceerde dagboek- en brieffragmenten.
Koert Broersma (1955) heeft diverse boeken over uiteenlopende onderwerpen geschreven. In 2016 publiceerde hij een interviewbundel over de Drentse bluesband Cuby & the Blizzards (Somebody will know someday), dat een jaar later de Publieksprijs van de Drentse Historische Vereniging won. Als vrijwillig onderzoeksmedewerker was hij enkele jaren verbonden aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Deze uitgave over Philip Mechanicus, maar ook het onderzoek dat hij samen met collega Gerard Rossing naar de beroemde Westerbork-film verrichtte (Kamp Westerbork gefilmd, 1997), zijn hiervan het gevolg.
‘Je weet wel zo’n beetje wat zich in kamp Westerbork heeft afgespeeld. Denk je. Juist daarom is het zo schokkend dat je in dit boek elke keer weer wordt verrast door nieuwe feiten. Bijzonder is ook de ontdekking van nooit gepubliceerde dagboekgegevens. Alleen al het opvullen van deze omissie geeft deze indrukwekkende heruitgave een heel bijzondere lading.’ Frits Barend