Oudolf Hummelo
€ 29,95
De tuin en voormalige kwekerij van Piet en Anja Oudolf in het Gelderse Hummelo waren een begrip, en haast een bedevaartsoord, voor de vele internationale bewonderaars van de tuin- en landschapsarchitect. De combinatie van kwekerij en tuin vormde de basis van de ongeëvenaarde plantenkennis van Oudolf en van zijn vermogen tot experimenteren en vernieuwen. Kennis en ervaring die hij toepast in zijn wereldberoemde projecten, zoals de High Line in New York, en het ‘Oudolf Field’ bij de kunstgalerie van
Hauser & Wirth in Somerset.
Dit boek beschrijft de veranderende kijk op beplanting van tuinen en openbare ruimtes gedurende de afgelopen vijfendertig jaar, aan de hand van de tuin en voormalige kwekerij die Piet Oudolf samen met zijn vrouw Anja heeft aangelegd. Het geeft ook een goed beeld van Oudolfs weg naar wereldfaam. Deze nieuwe editie is uitgebreid met recente projecten in Engeland, Amerika, Duitsland en Nederland.
Noel Kingsbury is journalist en tuinontwerper. Hij geeft regelmatig lezingen en workshops en breekt in zijn werk een lans voor een natuurlijke en duurzame benadering van tuinontwerpen en beplanten, Hij heeft meer dan vijfentwintig boeken op zijn naam staan, waaronder vijf samen met Piet Oudolf.
Gerelateerde boeken
-
Dinosauriërs
‘Verbluffende, mooie paleokunst. Nu zien we hoe de dinosauriërs er echt uitzagen.’ — CNN
‘Benton neemt je mee terug naar de dinotijd … in full colour, aan de hand van het nieuwste onderzoek.’
— Anne Schulp, hoogleraar vertebratenpaleontologie aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij Naturalis in LeidenHoe zagen dinosauriërs er echt uit? Daarover is de afgelopen jaren veel duidelijk geworden. Nieuwe wetenschappelijke technieken maken het mogelijk de huid, de schubben, de veren en de werkelijke kleuren van dino’s en ander oerdieren te reconstrueren. De resultaten vinden we in dit schitterende, rijk geïllustreerde boek.
Dino-onderzoeker Michael J. Benton praat u bij over de nieuwste vondsten, over methoden om de kleuren te achterhalen en over het mogelijke gedrag van deze bijzondere dieren. Bob Nicholls, een van ’s werelds toonaangevende paleokunstenaars, brengt een ichtyosauriër, twee vogels, een zoogdier en twee pterosauriërs in meer dan 150 kleurenillustraties tot leven.Michael J. Benton is hoogleraar paleontologie van gewervelden en hoofd van de wereldwijd toonaangevende paleobiologische onderzoeksgroep aan Bristol-universiteit. Hij heeft meer dan vijftig boeken geschreven, inclusief The Dinosaurs Rediscovered (2019) en When Life Nearly Died (2015). Bob Nicholls verzorgde de indrukwekkende kleurenillustraties.
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
Standhouden
Adellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink€ 49,90Standhouden
De Nederlandse adel gold lang als heersende klasse van grondbezitters. Op het platteland bezaten adellijke families generaties lang omvangrijke landgoederen. Sociale, economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen brachten in de twintigste eeuw grote veranderingen in deze oude bezits- en machtsstructuur. Op grote schaal werden landgoederen verkocht, afgebroken, of ze veranderden van eigendomsvorm.
De belangrijkste thema’s van Standhouden zijn de ontwikkelingen die plaatsvonden in de relatie van de landheer tot zijn bezit, in de exploitatie, de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters, en de culturele betekenis van het landgoedbezit.
Centraal staat de adellijke familie Sandberg, die tot het einde van de twintigste eeuw de landgoederen Leuvenum (Gelderland) en De Bannink (Overijssel) bezat. Aan de hand van uniek archiefmateriaal wordt een persoonlijk beeld geschetst van leven, wonen en werken op een landgoed in de twintigste eeuw. Het leven van de familie Sandberg en het beheer van Leuvenum en De Bannink veranderde drastisch toen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun drie dochters het beheer van de landgoederen overnamen. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw spanden deze vrouwen zich in om beide landgoederen en de agrarische gemeenschappen te behouden.Naast deze bijzondere familie- en landgoedgeschiedenis schetst dit boek een gedetailleerd beeld van het groeiende overheidsingrijpen en van de veranderende houding ten opzichte van landschaps- en erfgoedzorg en landgoedbeheer in deze periode.
Willemieke Ottens is architectuur- en landschapshistoricus gespecialiseerd in het groene erfgoed. Zij is werkzaam bij een bureau voor landschap en zal binnenkort op dit onderwerp promoveren.