Planeet Poes
€ 24,90
Onder invloed van de mens evolueerde de wilde sabeltandkat tot een tamme huiskat. In het oude Egypte werd de kat aanbeden, maar in de middeleeuwen zag men het dier als incarnatie van de duivel. Inmiddels zijn katten geliefd en worden ze gezien als volwaardige familieleden, hoewel vogelliefhebbers daar anders over denken.
Dit boek beschrijft hoe wij katten zien, hoe katten ons zien, hoe wilde en tamme katten leven, hoe katten verschijnen in films en boeken en hoe ze de wereld ervaren. De kat heeft een mensbeeld, de mens heeft een katbeeld. Of je de kat daarbij ziet als een onverzadigbare rover of als een spinnende internetcutie hangt uiteindelijk af van de vraag of je een ‘kattenmens’ bent.
Maarten Reesink is ‘kattenmens’. Hij doceert Human-Animal Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde eerder Dier en mens: De band tussen ons en andere dieren en is co-auteur van Dierzaamheid: Duurzaam samenleven met dieren. Hij is een van de oprichters van het Centrum voor DierMens Studies Nederland.
Gerelateerde boeken
-
-
De Naturalis Historia
Welke plantensoorten dienden om bier te brouwen, leer te looien, inkt, touwen en kleren te fabriceren, papier te maken, om ongedierte te verjagen, vlekken te verwijderen of te gebruiken als tabak-, thee- en -koffiesurrogaat, poetsmiddel, stalstrooisel? Alle planten die in de velden, in bossen en weiden groeiden dienden wel ergens voor en onze voorouders wisten precies waarvoor ze deze planten met sprookjesachtige namen als grote wederik, vlasbekje, koningskaars, wilde bertram, zilverschoon en rapunzelklokje voor konden gebruiken.
Dit boek, gebaseerd op bronnen van ca. 2000 jaar geleden tot en met de twintigste eeuw, brengt de vergeten toepassingen van zo’n 250 plantensoorten opnieuw voor het voetlicht.
Em. prof. dr. Marcel De Cleene is plantenfysioloog. Hij was werkzaam aan de UGent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verscheen eerder het veelgeprezen boek De historia naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde. -
Friese Dijken
Het omvangrijke Friese dijksysteem, van zeedijk tot polderdijk, van zomer- en winterdijk, van dromer, waker tot slaper, is uniek in Nederland en vormt de ruggengraat van het Friese cultuurlandschap. De dijken hebben een belangrijke functie bij de bescherming tegen het water, zijn belangrijke lintvormige elementen in het landschap en vormen een samenhangende erfgoedstructuur met de terpen en middeleeuwse kerken en het watererfgoed van gemalen, molens en sluizen.
Op heldere wijze wordt de dijkenbouw en de complexe gelaagdheid van de vele honderden verschillende Friese dijken uiteengezet. In deze beschrijving wordt het accent gelegd tussen bredere geografische patronen en processen én het verbeeldende detail van de plek. Vernieuwend is de bewerking van het verhaal van de dijksystemen, zoals deze destijds door Rienks en Walther in kaart zijn gebracht. Hierin is op een fraaie wijze het Actueel Hoogtebestand Nederland als derde dimensie aan de handschetsen van Rienks en Walter toegevoegd. Tevens wordt een compleet overzicht gegeven van de verschillende Friese landschappen met de karakteristieke dijken, dijktypen en het watererfgoed en laten overtuigend zien dat de Friese dijken een archeologische archief van onschatbare internationale waarde zijn. Deze beschrijvingen zijn de basis voor het denken over de rol van de dijken in de toekomst. De betekenis van de dijken in het verleden, heden en de toekomst als gevolg van ingrijpende effecten van bijvoorbeeld verzilting en verzoeting, klimaatveranderingen en de zeespiegelrijzing is nu actueel.
-