Rewilding
€ 24,90
Een groeiende groep mensen houdt zich bezig met rewilding. Dit is een vernieuwende vorm van natuurherstel, waarbij ecologen zich bezighouden met het herstel van de verloren gegane interacties tussen dieren, planten en natuurlijke verstoringen, die de essentie vormen van bloeiende ecosystemen. In Rewilding beschrijven de twee belangrijkste wetenschappers op dit gebied, Paul Jepson en Cain Blythe, op een toegankelijke manier de ecologische en historische achtergronden, geïllustreerd door prachtige natuurhistorische beelden, gecombineerd met infographics en stroomdiagrammen.
Ze beantwoorden tevens vragen over de rol van megafauna bij rewilding, beschrijven vier belangrijke projecten op dit gebied, waaronder die van de Oostvaarderplassen, geven aan hoe belangrijk het is om het publiek te betrekken en hoe dat kan en staan ze stil bij ethische aspecten van rewilding. Tenslotte doen ze tien voorspellingen voor een gerewilde planeet, waarin plaats is voor mens, en soorten als wilde paarden en runderen, wolven en bevers.
De auteurs
Paul Jepson is projectleider Natuurherstel bij Ecosulis Ltd en was tot voor kort directeur van de Masters-opleiding van Oxford University in biodiversiteit, natuurbehoud en natuurbeheer. Hij heeft veel gepubliceerd over rewilding-beleid
en actiefilosofie, en is lid van de raad van toezicht van Rewilding Europe.
Cain Blythe is algemeen directeur van Ecosulis Ltd en is gespecialiseerd in het herstel van habitats, met name door de toepassing van natuurlijke regeneratietechnieken, natuurherstel en het gebruik van technologie bij natuurbehoud. Momenteel draagt hij bij aan een aantal monitoringproeven met betrekking tot de reïntroductie van bevers in Engeland en Wales
Gerelateerde boeken
-
-
-
Fauna en Flora van de Vlaamse kust
De historische Vlaamse kust maakt deel uit van de Noordwest-Europese kustvlakte die zich uitstrekt van Noord-Frankrijk tot Denemarken. Deze gids behandelt een lang en smal gebied van ongeveer 120 kilometer lang en minder dan 5 kilometer breed. De grensoverschrijdende (Nederland, België en Frankrijk) regio herbergt een grote variatie aan leefgebieden voor fauna en flora: zandstranden, slikken, schorren, stuivende duinen, mosduinen, duinpannen, duingraslanden, duinstruwelen en duinbossen. Ook oudere, ontkalkte duingebieden met soorten die kenmerkend zijn voor zure, droge zandgronden kunnen we er aantreffen. Leefgebieden van rotskusten worden hier vervangen door golfbrekers, staketsels en andere door de mens aangebrachte structuren.
Fauna en Flora van de Vlaamse kust is het vierde deel in de reeks schitterende veldgidsen over belangrijke natuurgebieden in de Benelux. Ze zijn geïllustreerd met prachtige diarama’s van de leefgebieden en honderden levensechte illustraties van de soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator Toni Llobet. De teksten zijn van de vooraanstaande veldecoloog Hans Baeté, en dit alles onder wetenschappelijke leiding van professor Bart Muys.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?