Scherpstellen
€ 27,90
Aangespoord door hun schoolmeesters richtten Nederlandse scholieren een eeuw geleden hun primitieve camera’s op vogels in de vrije natuur. Vanuit hun zelfgemaakte schuilhutjes en kijktorens zagen ze meeuwen met een ei rollen, eenden met hun kop malen en aalscholvers luid gorgelen. Ze raakten er niet over uitgepraat en vroegen zich af wat al die drukdoenerij toch te betekenen had.
Geen van hen vermoedde dat uit hun geduldige blik en slimme vragen een nieuwe studie zou ontstaan, de ethologie. Laat staan dat deze studie naar natuurlijk gedrag van dieren en mensen een Nederlandse Nobelprijswinnaar zou opleveren: Niko Tinbergen. Ethologie is een typisch Nederlands fenomeen, dat zich verspreidde over de gehele wereld en beroemde navolgers heeft voortgebracht, zoals Jane Goodall, Frans de Waal, Adriaan Kortlandt en vele anderen. Minder bekend, maar zeer relevant, is dat de manier van kijken in de ethologie gemeengoed is geworden in de psychologie.
In Scherpstellen beschrijft de auteur de wereld van Niko Tinbergen en zijn ethologische vrienden, die begon met het kijken naar een doodgewone vogel op een nevelige Nederlandse strandvlakte.
Roelke Posthumus is gedragsbioloog en auteur. Zij behoorde tot de eerste leerlingen van Niko Tinbergen. Eerder schreef zij Heibel in de Polder (2018) en Wolf (2019).
Gerelateerde boeken
- 
	StandhoudenAdellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink€ 49,90Standhouden€ 49,90De Nederlandse adel gold lang als heersende klasse van grondbezitters. Op het platteland bezaten adellijke families generaties lang omvangrijke landgoederen. Sociale, economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen brachten in de twintigste eeuw grote veranderingen in deze oude bezits- en machtsstructuur. Op grote schaal werden landgoederen verkocht, afgebroken, of ze veranderden van eigendomsvorm. De belangrijkste thema’s van Standhouden zijn de ontwikkelingen die plaatsvonden in de relatie van de landheer tot zijn bezit, in de exploitatie, de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters, en de culturele betekenis van het landgoedbezit. 
 Centraal staat de adellijke familie Sandberg, die tot het einde van de twintigste eeuw de landgoederen Leuvenum (Gelderland) en De Bannink (Overijssel) bezat. Aan de hand van uniek archiefmateriaal wordt een persoonlijk beeld geschetst van leven, wonen en werken op een landgoed in de twintigste eeuw. Het leven van de familie Sandberg en het beheer van Leuvenum en De Bannink veranderde drastisch toen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun drie dochters het beheer van de landgoederen overnamen. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw spanden deze vrouwen zich in om beide landgoederen en de agrarische gemeenschappen te behouden.Naast deze bijzondere familie- en landgoedgeschiedenis schetst dit boek een gedetailleerd beeld van het groeiende overheidsingrijpen en van de veranderende houding ten opzichte van landschaps- en erfgoedzorg en landgoedbeheer in deze periode. Willemieke Ottens is architectuur- en landschapshistoricus gespecialiseerd in het groene erfgoed. Zij is werkzaam bij een bureau voor landschap en zal binnenkort op dit onderwerp promoveren. 
- 
	Van landschap naar tuin€ 39,95Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk. Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap. 
 We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
 Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure. 
- 
	






