Scherpstellen
€ 27,90
Aangespoord door hun schoolmeesters richtten Nederlandse scholieren een eeuw geleden hun primitieve camera’s op vogels in de vrije natuur. Vanuit hun zelfgemaakte schuilhutjes en kijktorens zagen ze meeuwen met een ei rollen, eenden met hun kop malen en aalscholvers luid gorgelen. Ze raakten er niet over uitgepraat en vroegen zich af wat al die drukdoenerij toch te betekenen had.
Geen van hen vermoedde dat uit hun geduldige blik en slimme vragen een nieuwe studie zou ontstaan, de ethologie. Laat staan dat deze studie naar natuurlijk gedrag van dieren en mensen een Nederlandse Nobelprijswinnaar zou opleveren: Niko Tinbergen. Ethologie is een typisch Nederlands fenomeen, dat zich verspreidde over de gehele wereld en beroemde navolgers heeft voortgebracht, zoals Jane Goodall, Frans de Waal, Adriaan Kortlandt en vele anderen. Minder bekend, maar zeer relevant, is dat de manier van kijken in de ethologie gemeengoed is geworden in de psychologie.
In Scherpstellen beschrijft de auteur de wereld van Niko Tinbergen en zijn ethologische vrienden, die begon met het kijken naar een doodgewone vogel op een nevelige Nederlandse strandvlakte.
Roelke Posthumus is gedragsbioloog en auteur. Zij behoorde tot de eerste leerlingen van Niko Tinbergen. Eerder schreef zij Heibel in de Polder (2018) en Wolf (2019).
Gerelateerde boeken
-
-
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.
-