Slimme streken
€ 21,95
Rust en ruimte, loeiende koeien en noaberschap. Over clichés heeft het platteland niet te klagen. De stad zou staan voor moderniteit, dynamiek en vertier, het platteland voor natuur, landbouw en tradities. Maar klopt dat beeld nog wel? Dit boek laat zien dat de verschillen tussen stad en land minder groot zijn dan vaak wordt beweerd. Het platteland is steeds meer verstedelijkt. Zelfs in de meest afgelegen dorpen zijn inwoners verbonden met de ‘global village’. En in de dorpshoreca kun je naast schnitzels gewoon sushi en street food krijgen. Op sommige terreinen loopt het platteland zelfs voor op de stad. Zo zijn er maar weinig sectoren waarin technologie zo’n grote rol speelt als in de landbouw. Met hun robots, drones en agro-apps zijn boeren ware hightechondernemers geworden. Voor vernieuwing op het gebied van mobiliteit, energie en ouderenzorg moet je ook op het platteland zijn. Dorpelingen maken gebruik van deelauto’s, verenigen zich in energiecoöperaties of zetten zorgvoorzieningen nieuwe stijl op. Het zijn ‘slimme streken’ waarvan stadsbewoners nog wat kunnen leren. Wordt het niet eens tijd voor de verlandelijking van de stad?
‘Slimme streken: de kracht van het platteland’ is verplichte kost voor opiniemakers, adviseurs en mensen die werkzaam zijn bij rijk, provincie en gemeenten. Daarnaast is het boek een aanrader voor verstokte stedelingen die het platteland alleen maar kennen van vakantie.
Prof.dr. Gert-Jan Hospers (Enschede, 1974) is bijzonder hoogleraar Transitie in Stad en Regio aan de Radboud Universiteit en economisch geograaf aan de Universiteit Twente. Verder is hij directeur van Stichting Stad en Regio, een stichting die zich inzet voor stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat. Hij heeft diverse boeken geschreven, onder meer over gevoelsgeografie, citymarketing, demografische krimp en kustregio’s.
Gerelateerde boeken
-
Grenzen van de gemeenschap
Standaardwerk over politiek filosofie
Wie radicaal is, heeft idealen die in steen zijn gebeiteld. Maar de mens zelf is niet van steen. We vallen nooit helemaal met onszelf samen, en dus ook niet met onze idealen. Neem geweldloosheid. Zeker iets om naar te streven, maar kun je echt altijd geweldloos zijn? Vanuit deze gedachte – streef idealen op een open manier na – ontwikkelde de Duits-Nederlandse denker Helmuth Plessner (1892-1985) een politieke filosofie.
Helmuth Plessner ontvluchtte Duitsland in 1933 en accepteerde een hoogleraarschap in Groningen. Tijdens de oorlog dook hij onder in Amsterdam om na de oorlog in Groningen terug te keren. Intussen steeg zijn roem – mede door zijn bekende boek Lachen en wenen. Na 1945 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij als vooraanstaand denker zijn stempel op de Duitse cultuur drukte.
Jan Vorstenbosch verzorgde deze eerste vertaling van Grenzen van de gemeenschap.
-
Groen in alles wat we doen
Als de monumentale beuken in het Wasven, een groen domein in Eindhoven, geveld dreigen te worden, ontstaat er een actiegroep. Deze groeit met vallen en opstaan uit tot een onderneming; een symbiose van vakgerichte dagbesteding, biologische landbouw, natuurbeheer en duurzame horeca. In de gekozen aanpak, de ecologisch-liberale filosofie van John Dewey, staat gemeenschapszin centraal door als individu te participeren in de gemeenschap. Het Wasven als inspirerend voorbeeld voor duurzaam handelen in de praktijk.
-
Wei, mar net fergetten
Tusken 2011 en 2020 betocht Cor Waringa sneintemoarns op Omrop Fryslân it libben fan Friezen dy’t yn dy tiid weirekken. It wiene trochstrings gjin ferneamde lju, mar gewoane minsken. Mar withoefaak die bliken hoe ûngewoan oft it libben fan sokke manlju en froulju bytiden ferrûn. Yn de 139 miniatuerkes dy’t yn dit boek opnommen binne folget de skriuwer har op har wei troch it libben en krijt de lêzer tagelyk in byld foar eagen fan de maatskippij dy’t mei de tiid feroare. Foar de brijkarre kaam de supermerk yn it plak en der kaam in tiid dat in arbeidersjonge trochleare koe foar dominy of dokter. Guon giene mei har tiid mei en oaren holden fêst oan it âlde. Wêr kamen se úteinlik telâne troch har mismoedigens, har eigenwizens, har tefredenheid, har beheinings of har sucht nei aventoer? En as de ein yn sicht kaam, hoe giene se dêrmei om?
Cor Waringa (1944) groeide op yn Aldeboarn, studearre yn Amsterdam skiekunde en yn Kampen teology en wie dominy yn Drylts, Ljouwert en op ’e Jouwer.
-