Soa het ut weest
€ 19,90
Leeuwarden heeft een historische stadskern om zuinig op te zijn. In de eerste naoorlogse jaren leefde dat besef nog niet zo: het motto was ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningnood te lenigen. Vervolgens werd de auto als heilige koe omarmd en dreigden grachten gedempt en terpen geslecht te worden: rijden, rijden, rijden… Tot de babyboomers in opstand kwamen: niet alles hoeft plat.
Babyboomer en oud-redacteur van de Leeuwarder Courant Pieter de Groot (1946) besloot in 1997 deze en andere gebeurtenissen uit het stadsverleden in herinnering te roepen in de zaterdagkrant, met als kapstok vaak een actueel onderwerp. Van de inmiddels meer dan duizend columns liet hij er voor zijn 75ste verjaardag 75 uitzoeken. Na ruim 25 jaar blijkt niets zo vluchtig als de actualiteit en niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst.
Gerelateerde boeken
-
Giethoorn
Goed beschouwd is Giethoorn een waar paradijs. Wie een puntertocht maakt door haar grachten raakt in vervoering. Vanaf het bootje zie je prachtige met riet bedekte boerderijen die op kleine eilandjes staan. De mooie doorzichtjes van het dorp, het omliggende cultuurlandschap, het grote aanpalende waterrijke natuurgebied ademen allemaal een rust uit van vroeger, die nu nog voelbaar is. Via foto’s van vroeger en nu wordt een sfeerbeeld geschetst van een uniek dorp waar iedereen vrolijk en vriendelijk is.
-
Tied veur n lach
Mainsttied akkedaaiert t meroakels tussen Wubbe en Jannoa, mor sums kinnen zai nkander wel aanvlaigen. Benoam as ain van heur baaident zien handen ien n aandermans webenust stekt.
Ien Tied veur n lach beleven zai weer van ales en zellen joen lachspieren stief aan de bak mouten.Nico Torrenga (1971) schrift noast Grunneger proza toneelstukken dij zowel ien Nederland as ien België speuld worden. Hai publiceert geregeld ien Toal & Taiken, Kreuze en op webstee Dideldom.
-
Verzameldrift
Nanne Ottema was als bestuurder, conservator, notaris, publicist en spreker actief in het Friese culturele leven. Hij stelde een wereldberoemde keramiekcollectie samen die in 1917 resulteerde in het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Het vermogen dat hij vergaarde, leidde tot de Ottema-Kingma Stichting, de grootste mecenas voor de kunst- en cultuurhistorie in Friesland. Zijn roem is zo langzamerhand verzonken in zijn onmetelijke verzamelingen, maar in zijn tijd was hij een vermaard, berucht en dominant persoon. In deze biografie wordt duidelijk hoe briljant Ottema was en hoe tegelijkertijd zijn leven intens dramatisch verliep. Nooit eerder werd beschreven wat de verborgen drijfveren waren van deze in zijn tijd alom bekende figuur.
Antoon Ott (1972), kunsthistoricus en jurist, is werkzaam als adviseur op het gebied van kunst, cultuur en recht.
-