Tales of Veenhuizen
€ 15,00
Voor iedere niet Nederlands sprekende bezoeker blijft Veenhuizen met haar bijzondere geschiedenis een gesloten boek. Daar kwam de uit Zuid-Korea afkomstige ontwerper Minsung Wang achter toen hij een bezoek bracht aan het dorp. Ondanks de internationale ambities is alles, van folder tot bijschriften op museumbordjes, in het Nederlands.
Speciaal voor buitenlandse bezoekers maakte Minsung het Engelstalige boek, Tales of Veenhuizen. Tales of Veenhuizen is een geïllustreerd boek over de unieke historie van het erfgoed en de cultivering van elk aspect van Veenhuizen. In zeventien korte verhalen, wordt de geschiedenis verteld aan de hand van de moralistische gevelteksten uit de periode van de Maatschappij van Weldadigheid, zoals Orde en Tucht, Werk en Bid en Rust Roest, die overal in Veenhuizen te zien zijn.
Veenhuizen and its specific history can easily remain a closed book to the non-Dutch speaking visitor. This became clear to the South-Korean Minseong Wang when he visited the village. Despite the international ambitions of village, almost everything from brochure to the explanatory texts in the museum, is written in Dutch.
So in order to cater to the foreign visitors, Minseong created the book Tales of Veenhuizen, written in English. Tales of Veenhuizen is an illustrated book about the unique history of the heritage and cultivation of every aspect of Veenhuizen. In seventeen short stories, the history becomes more apparent on the basis of the moralist texts originating from the age of the Maatschappij van Weldadigheid (the Benevolent Society). Examples of these texts are Orde en Tucht (Order and Discipline), Werk en Bid (Work and Pray), and Rust Roest (Rest makes Rusty), that can be found everywhere on the house façades in Veenhuizen.
Gerelateerde boeken
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
Darp
Darp komt van “derp’ en is Drents voor “dorp’. Wie zijn dorp Darp noemt, heeft lef. “Er is geen dorp dat dorpser is dan het onze”, zegt de naam Darp.
De beelden van Frans Ohm vormen meer dan een fotoportret van Darp alleen. De fotografie verbeeldt een dorpscultuur die je op vele plekken in Nederland kan vinden. Degenen die in een dorp zijn opgegroeid zullen een blik van herkenning hebben. Dit zijn wij. Of ja, zo waren wij. Zo krijgt via DARP de dorpscultuur een prominente plaats in de cultuur-historische verzameling Hollandse Beelden.
Frank Westerman kijkt in de ziel van het dorp. Afgewisseld met persoonlijke beschouwingen geeft hij in het in het boek het kleine Darp de plaats in de wereldgeschiedenis die het verdient.
Vormgeefster Renate Boere weet de beelden te combineren tot een intense kijkervaring. Geïnspireerd door het fenomeen fotoroman zet ze je midden in het dorp neer.
-
Tussen Grolloo en Austin
Begin jaren zestig maakte Egbert Meijers kennis met zenders als AFN en Radio Luxembourg en de blues- en countrymuziek: Hank Williams, Jimmie Rodgers, Son House, John Lee Hooker. Het werd een ommekeer in zijn leven. De accordeon werd een gitaar en Beethovens ‘Für Elise’ werd vervangen door ‘Mean Woman Blues’ van Elvis. De in Grolloo geboren en getogen boerenzoon Meijers ging achter de muziek aan en vond daarin een liefde die zijn leven inhoud en betekenis gaf.
De liedjes die hij sinds de jaren zeventig schreef, zong hij liever tussen de coulissen dan frontaal voor het voetlicht. Desondanks brachten ze hem in Nederland, België, Duitsland, Noorwegen en Amerika op podia en in radio en tv-programma’s. Vaak met andere artiesten: Harry Muskee, Frédérique Spigt, JP den Tex, Ad Vanderveen, Ad van Meurs, Fred Eaglesmith, Peter Rowan, Walt Wilkins, Paula Nelson, Jerry Jeff Walker.
Meijers nam tevens als culturele duizendpoot talrijke initiatieven, zoals het Big Bear Festival, het Muzem! festival, De Drentse Bluesopera, symfonie Ode an de Ao en diverse radio- en tv-programma’s. Daarnaast werkte hij mee aan tal van activiteiten en publicaties op het gebied van regionale taal en cultuur.
Aan dit rijk geïllustreerde boek leverden meer dan vijftig mensen een bijdrage. Zij laten door hun ogen zien wie Egbert Meijers is en wat hij voor hen, en Drenthe, betekent. Daarmee is ‘Tussen Grolloo en Austin’ een bijzondere biografie geworden van een man die in hart en ziel artiest is.
‘Tussen Grolloo en Austin’ neemt je ook mee op een reis langs talrijke ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Gebeurtenissen die Meijers inspireerden tot het schrijven van indringende en persoonlijke liedjes.
“Ze brengen deze in Grolloo geboren songwriter naar het absolute erebankje van de Nederlandse artiesten die zich wagen aan dit genre”. Rein van den Berg, Plato